Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- vaak:
-
Wiktionary:
- vaak → ofta
- vaak → ofta, vanlig, ofta förekommande, frekvent
Dutch
Detailed Translations for vaak from Dutch to Swedish
vaak:
-
vaak (dikwijls; veelvuldig; regelmatig; frequent; meermaals; menigmaal)
-
vaak (regelmatig)
-
vaak (meestal; doorgaans; veelal)
huvudsaklig; oftast; mestadels; huvudsakligt-
huvudsaklig adj
-
oftast adj
-
mestadels adj
-
huvudsakligt adj
-
Translation Matrix for vaak:
Adverb | Related Translations | Other Translations |
- | dikwijls; veel | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
frekvent | dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig | geregeld; met vast ritme; regelmatig |
huvudsaklig | doorgaans; meestal; vaak; veelal | cruciaal; kardinaal; voornaamst |
huvudsakligt | doorgaans; meestal; vaak; veelal | cruciaal; kardinaal; voornaamst |
mestadels | doorgaans; meestal; vaak; veelal | meerendeels; merendeels; voor het grootste gedeelte |
oftast | doorgaans; meestal; vaak; veelal | |
regelbundet | regelmatig; vaak | geregeld; met regelmaat; met vast ritme; op vaste tijden; regelmatig; regulier; volgens regels |
Synonyms for "vaak":
Antonyms for "vaak":
Related Definitions for "vaak":
Wiktionary Translations for vaak:
vaak
Cross Translation:
adverb
-
vele malen
- vaak → ofta
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vaak | → ofta | ↔ a lot — often |
• vaak | → ofta | ↔ often — frequently, many times |
• vaak | → vanlig; ofta förekommande; frekvent; ofta | ↔ häufig — vielfach vorkommend, viele Male, immer wieder auftretend |
• vaak | → ofta | ↔ oft — wie oft? in welchen Zeitabständen? |
• vaak | → ofta | ↔ oft — wie oft? wieviele Male? |
• vaak | → ofta | ↔ oft — in vielen Fällen |
• vaak | → ofta | ↔ oft — viele Male (zu verschiedenen Zeiten) |