Dutch
Detailed Translations for telen from Dutch to Swedish
telen:
-
telen (kweken; verbouwen)
-
telen (veefokkerij; teelt; fokkerij; voortbrenging; aanfok; voortplanting; fok; verbouw)
-
telen (kweken; fokken; voortbrengen; genereren; verbouwen; procreëren; planten; aankweken; aanplanten; opkweken)
Conjugations for telen:
o.t.t.
- teel
- teelt
- teelt
- telen
- telen
- telen
o.v.t.
- teelde
- teelde
- teelde
- teelden
- teelden
- teelden
v.t.t.
- heb geteeld
- hebt geteeld
- heeft geteeld
- hebben geteeld
- hebben geteeld
- hebben geteeld
v.v.t.
- had geteeld
- had geteeld
- had geteeld
- hadden geteeld
- hadden geteeld
- hadden geteeld
o.t.t.t.
- zal telen
- zult telen
- zal telen
- zullen telen
- zullen telen
- zullen telen
o.v.t.t.
- zou telen
- zou telen
- zou telen
- zouden telen
- zouden telen
- zouden telen
en verder
- ben geteeld
- bent geteeld
- is geteeld
- zijn geteeld
- zijn geteeld
- zijn geteeld
diversen
- teel!
- teelt!
- geteeld
- telend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for telen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
avelsgård | aanfok; fok; fokkerij; teelt; telen; veefokkerij; verbouw; voortbrenging; voortplanting | |
djuruppfödningsgård | aanfok; fok; fokkerij; teelt; telen; veefokkerij; verbouw; voortbrenging; voortplanting | |
uppfödning | kweken; telen; verbouwen | veeteelt |
Verb | Related Translations | Other Translations |
föda upp | aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen | aankaarten; aansnijden; fokken; kweken; omhooghalen; op tafel leggen; opfokken; ophalen; ter sprake brengen |
odla | aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen | aardappelen poten; beschaven; civiliseren; cultiveren; groeien; groot worden; ontginnen; ontwikkelen; opgroeien; poten; voor landbouw klaar maken |
Related Words for "telen":
Wiktionary Translations for telen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• telen | → avla | ↔ cultiver — travailler une terre pour la rendre plus fertile et pour améliorer ses productions. |
telen form of tel:
Translation Matrix for tel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
sammanräkning | tel; tellen | |
sekund | minuutje; moment; ogenblik; oogwenk; seconde; tel | |
slutsumma | tel; tellen | |
ögonblick | minuutje; moment; ogenblik; oogwenk; seconde; tel | momenten; ogenblikken |