Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. overbieden:


Dutch

Detailed Translations for overbieden from Dutch to Swedish

overbieden:

overbieden verb (overbied, overbiedt, overbood, overboden, overboden)

  1. overbieden
    bjuda över
    • bjuda över verb (bjuder över, bjöd över, bjudit över)

Conjugations for overbieden:

o.t.t.
  1. overbied
  2. overbiedt
  3. overbiedt
  4. overbieden
  5. overbieden
  6. overbieden
o.v.t.
  1. overbood
  2. overbood
  3. overbood
  4. overboden
  5. overboden
  6. overboden
v.t.t.
  1. heb overboden
  2. hebt overboden
  3. heeft overboden
  4. hebben overboden
  5. hebben overboden
  6. hebben overboden
v.v.t.
  1. had overboden
  2. had overboden
  3. had overboden
  4. hadden overboden
  5. hadden overboden
  6. hadden overboden
o.t.t.t.
  1. zal overbieden
  2. zult overbieden
  3. zal overbieden
  4. zullen overbieden
  5. zullen overbieden
  6. zullen overbieden
o.v.t.t.
  1. zou overbieden
  2. zou overbieden
  3. zou overbieden
  4. zouden overbieden
  5. zouden overbieden
  6. zouden overbieden
en verder
  1. ben overboden
  2. bent overboden
  3. is overboden
  4. zijn overboden
  5. zijn overboden
  6. zijn overboden
diversen
  1. overbied!
  2. overbiedt!
  3. overboden
  4. overbiedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overbieden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bjuda över overbieden