Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. fijn maken:


Dutch

Detailed Translations for fijn maken from Dutch to Swedish

fijn maken:

fijn maken verb (maak fijn, maakt fijn, maakte fijn, maakten fijn, fijn gemaakt)

  1. fijn maken
    klippa smått
    • klippa smått verb (klipper smått, klippte smått, klippt smått)

Conjugations for fijn maken:

o.t.t.
  1. maak fijn
  2. maakt fijn
  3. maakt fijn
  4. maken fijn
  5. maken fijn
  6. maken fijn
o.v.t.
  1. maakte fijn
  2. maakte fijn
  3. maakte fijn
  4. maakten fijn
  5. maakten fijn
  6. maakten fijn
v.t.t.
  1. heb fijn gemaakt
  2. hebt fijn gemaakt
  3. heeft fijn gemaakt
  4. hebben fijn gemaakt
  5. hebben fijn gemaakt
  6. hebben fijn gemaakt
v.v.t.
  1. had fijn gemaakt
  2. had fijn gemaakt
  3. had fijn gemaakt
  4. hadden fijn gemaakt
  5. hadden fijn gemaakt
  6. hadden fijn gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal fijn maken
  2. zult fijn maken
  3. zal fijn maken
  4. zullen fijn maken
  5. zullen fijn maken
  6. zullen fijn maken
o.v.t.t.
  1. zou fijn maken
  2. zou fijn maken
  3. zou fijn maken
  4. zouden fijn maken
  5. zouden fijn maken
  6. zouden fijn maken
en verder
  1. is fijn gemaakt
  2. zijn fijn gemaakt
diversen
  1. maak fijn!
  2. maakt fijn!
  3. fijn gemaakt
  4. fijn makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for fijn maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
klippa smått fijn maken

External Machine Translations:

Related Translations for fijn maken