Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bekend:
  2. bekennen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bekend from Dutch to Swedish

bekend:

bekend adj

  1. bekend (vertrouwd)

Translation Matrix for bekend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
invand bekend; vertrouwd
välbekant bekend; vertrouwd overbekend

Related Words for "bekend":

  • bekendheid, bekender, bekendere, bekendst, bekendste

Antonyms for "bekend":


Related Definitions for "bekend":

  1. wie of wat je kent1
    • dit is een bekend verhaal1
  2. wie of wat veel mensen kennen1
    • Lubbers is een bekende Nederlander1

bekennen:

bekennen verb (beken, bekent, bekende, bekenden, bekend)

  1. bekennen
    bekänna
    • bekänna verb (bekänner, bekände, bekänt)

Conjugations for bekennen:

o.t.t.
  1. beken
  2. bekent
  3. bekent
  4. bekennen
  5. bekennen
  6. bekennen
o.v.t.
  1. bekende
  2. bekende
  3. bekende
  4. bekenden
  5. bekenden
  6. bekenden
v.t.t.
  1. heb bekend
  2. hebt bekend
  3. heeft bekend
  4. hebben bekend
  5. hebben bekend
  6. hebben bekend
v.v.t.
  1. had bekend
  2. had bekend
  3. had bekend
  4. hadden bekend
  5. hadden bekend
  6. hadden bekend
o.t.t.t.
  1. zal bekennen
  2. zult bekennen
  3. zal bekennen
  4. zullen bekennen
  5. zullen bekennen
  6. zullen bekennen
o.v.t.t.
  1. zou bekennen
  2. zou bekennen
  3. zou bekennen
  4. zouden bekennen
  5. zouden bekennen
  6. zouden bekennen
diversen
  1. beken!
  2. bekent!
  3. bekend
  4. bekennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bekennen [znw.] noun

  1. bekennen (confessie)

Translation Matrix for bekennen:

NounRelated TranslationsOther Translations
erkännande bekennen; confessie achting; bedankje; bekentenis; danken; eerbied; erkenning; ontzag; respect; toegeving
erkänsla bekennen; confessie dankbaarheid; erkentelijkheid
tacksägelse bekennen; confessie dankwoorden
VerbRelated TranslationsOther Translations
bekänna bekennen biechten; opbiechten

Related Definitions for "bekennen":

  1. zeggen dat je iets slechts gedaan hebt1
    • hij bekende de inbraak bij de politie1

Wiktionary Translations for bekennen:


Cross Translation:
FromToVia
bekennen bekänna; bekräfta; erkänna; medge; tillstå admit — to concede as true
bekennen bekänna; tillstå; gilla; erkänna; tillstås avouerconfesser et reconnaître qu’une chose être ou n’est pas, en demeurer d’accord.
bekennen bekänna; bikta; skrifta sig confesserreconnaitre pour vrai.

Related Translations for bekend