Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Dutch
->Translate rijk
Synonyms for
rijk
in Dutch
Search
Remove Ads
Summary
Dutch Synonyms:
more detail...
rijk:
staat
;
land
;
rijk
;
natie
rijk
;
vermogend
;
gefortuneerd
Dutch
Detailed Synonyms for
rijk
in Dutch
rijk:
rijk
[
het ~
]
noun
het rijk
de
staat
;
het
land
;
het
rijk
;
de
natie
staat
[
de ~ (m)
]
noun
land
[
het ~
]
noun
rijk
[
het ~
]
noun
natie
[
de ~ (v)
]
noun
het rijk
het
rijk
rijk
[
het ~
]
noun
het rijk
– gebied binnen bepaalde grenzen met eigen regering
1
de
staat
;
het
land
;
het
rijk
– gebied binnen bepaalde grenzen met eigen regering
1
staat
[
de ~ (m)
]
noun
dit is een bedrijf van de staat
1
land
[
het ~
]
noun
in dit land wonen 14 miljoen mensen
1
rijk
[
het ~
]
noun
Nederland hoorde bij het rijk van Karel de Grote
1
rijk
adj
rijk
rijk
;
vermogend
;
gefortuneerd
rijk
adj
vermogend
adj
gefortuneerd
adj
rijk
– waar veel bij hoort, uitgebreid
1
rijk
– waar veel bij hoort, uitgebreid
1
rijk
adj
we hadden een rijke maaltijd
1
rijk
– met veel geld en bezit
1
rijk
– met veel geld en bezit
1
rijk
adj
mijn broer Jan is een rijk man
1
Related Words for "rijk":
rijkheid
,
rijken
,
rijks
,
rijker
,
rijkere
,
rijkst
,
rijkste
,
rijke
Alternate Synonyms for "rijk":
land
;
staat
overvloedig
Antonyms for "rijk":
arm
;
schaars
Related Definitions for "rijk":
gebied binnen bepaalde grenzen met eigen regering
1
Nederland hoorde bij het rijk van Karel de Grote
1
waar veel bij hoort, uitgebreid
1
we hadden een rijke maaltijd
1
met veel geld en bezit
1
mijn broer Jan is een rijk man
1
Related Synonyms for
rijk
rijk aan alcohol
dienst bij het rijk
dienst van het rijk
rijk van God
1
Muiswerk Woordenboek
Remove Ads
Remove Ads