Dutch
Detailed Synonyms for maaien in Dutch
maaien:
-
maaien
Conjugations for maaien:
o.t.t.
- maai
- maait
- maait
- maaien
- maaien
- maaien
o.v.t.
- maaide
- maaide
- maaide
- maaiden
- maaiden
- maaiden
v.t.t.
- heb gemaaid
- hebt gemaaid
- heeft gemaaid
- hebben gemaaid
- hebben gemaaid
- hebben gemaaid
v.v.t.
- had gemaaid
- had gemaaid
- had gemaaid
- hadden gemaaid
- hadden gemaaid
- hadden gemaaid
o.t.t.t.
- zal maaien
- zult maaien
- zal maaien
- zullen maaien
- zullen maaien
- zullen maaien
o.v.t.t.
- zou maaien
- zou maaien
- zou maaien
- zouden maaien
- zouden maaien
- zouden maaien
en verder
- is gemaaid
diversen
- maai!
- maait!
- gemaaid
- maaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze