Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. kuilen:
  2. kuil:


Dutch

Detailed Synonyms for kuilen in Dutch

kuilen:

kuilen verb (kuil, kuilt, kuilde, kuilden, gekuild)

  1. kuilen
    kuilen
    • kuilen verb (kuil, kuilt, kuilde, kuilden, gekuild)

Conjugations for kuilen:

o.t.t.
  1. kuil
  2. kuilt
  3. kuilt
  4. kuilen
  5. kuilen
  6. kuilen
o.v.t.
  1. kuilde
  2. kuilde
  3. kuilde
  4. kuilden
  5. kuilden
  6. kuilden
v.t.t.
  1. heb gekuild
  2. hebt gekuild
  3. heeft gekuild
  4. hebben gekuild
  5. hebben gekuild
  6. hebben gekuild
v.v.t.
  1. had gekuild
  2. had gekuild
  3. had gekuild
  4. hadden gekuild
  5. hadden gekuild
  6. hadden gekuild
o.t.t.t.
  1. zal kuilen
  2. zult kuilen
  3. zal kuilen
  4. zullen kuilen
  5. zullen kuilen
  6. zullen kuilen
o.v.t.t.
  1. zou kuilen
  2. zou kuilen
  3. zou kuilen
  4. zouden kuilen
  5. zouden kuilen
  6. zouden kuilen
en verder
  1. is gekuild
diversen
  1. kuil!
  2. kuilt!
  3. gekuild
  4. kuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "kuilen":


kuilen form of kuil:

kuil [de ~ (m)] noun

  1. de kuil
    de kuil; de uitholling

Related Words for "kuil":