Dutch
Detailed Synonyms for kitten in Dutch
kitten:
Conjugations for kitten:
o.t.t.
- kit
- kit
- kit
- kitten
- kitten
- kitten
o.v.t.
- kitte
- kitte
- kitte
- kitten
- kitten
- kitten
v.t.t.
- heb gekit
- hebt gekit
- heeft gekit
- hebben gekit
- hebben gekit
- hebben gekit
v.v.t.
- had gekit
- had gekit
- had gekit
- hadden gekit
- hadden gekit
- hadden gekit
o.t.t.t.
- zal kitten
- zult kitten
- zal kitten
- zullen kitten
- zullen kitten
- zullen kitten
o.v.t.t.
- zou kitten
- zou kitten
- zou kitten
- zouden kitten
- zouden kitten
- zouden kitten
en verder
- is gekit
diversen
- kit!
- kit!
- gekit
- kittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze