Summary


Dutch

Detailed Synonyms for compleet in Dutch

compleet:

compleet adj

  1. compleet
  2. compleet
  3. compleet
    – zonder dat er iets ontbreekt 1
    heel; volledig; het totaal; helemaal; geheel; vol; compleet
    – zonder dat er iets ontbreekt 1
    • heel adj
      • deze puzzel is nog heel1
    • volledig adj
      • hij heeft een volledige baan1
    • totaal [het ~] noun
      • het totale bedrag is 120 gulden1
    • helemaal adv
      • het brood was helemaal op1
    • geheel adj
      • hij was geheel in het zwart gekleed1
    • vol adj
      • zij wacht al een vol uur1
    • compleet adj
      • ik heb de hele serie boeken compleet1

Related Words for "compleet":


Alternate Synonyms for "compleet":


Antonyms for "compleet":


Related Definitions for "compleet":

  1. zonder dat er iets ontbreekt1
    • ik heb de hele serie boeken compleet1

Related Synonyms for compleet