Noun | Related Translations | Other Translations |
blessure
|
zeer
|
beschadigen; blessure; gekneusd zijn; kneuzing; krenking; kwetsen; kwetsing; kwetsuur; letsel; verwonding; wond
|
douleur
|
zeer
|
chagrijn; ergernis; leed; perswee; pijn doen; smart; verdriet; wee; zeer doen
|
excentrique
|
|
eigenaardige; rare; zonderling
|
extrême
|
|
buitenmaat; buitenspeler; grens; limiet; speler buitenshuis; uiterste
|
fort
|
|
burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
|
mal
|
zeer
|
bezwaar; chagrijn; ergernis; grief; het klagen; inspanning; klacht; last; leed; moeite; ongemak; ongerief; pijn; pijn doen; soesa; zeer doen; ziekte
|
original
|
|
buitenbeentje; eigenaardige; moederblad; onbekende; origineel; raar mens; rare; vreemd persoon; vreemde; vreemdeling; zonderling
|
sensible
|
|
waarneembaarheid
|
ultra
|
|
ultra
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
original
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; authentiek; bijzonder; buitenissig; enig; enig in zijn soort; excentriek; extravagant; indrukwekkend; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; oorspronkelijk; origineel; typisch; uniek; vreemd
|
-
|
enorm; geweldig; ontiegelijk; pijnlijk
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
affligeant
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bedroevend; diepdroevig; godgeklaagd; hemeltergend; ijzingwekkend; indroevig; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; ten hemel schreiend; vreselijk; zeer ergerlijk
|
affligé
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bedroefd; bedrukt; diepbedroefd; droef; droevig; gedrukt; grauw; kommervol; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; pessimistisch; somber; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vol met zorgen; vreugdeloos
|
affligé de
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
behept; rouwig; treurig; verdrietig
|
au plus haut degré
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bovenste; hoogste; opperste; voornaamst
|
au plus haut point
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
hoogste; opperste; voornaamst
|
bizarre
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; extravagant; merkwaardig; ongewoon; typisch; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
|
déplorable
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
beklagenswaardig; erbarmelijk; ijzingwekkend; jammerlijk; ontzettend; rampspoedig; schrikbarend; schrikwekkend; stakkerig; vol tegenslag; vreselijk; zielig
|
excentrique
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; extravagant; merkwaardig; ongewoon; typisch; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
|
excentriquement
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; buitenissig; excentriek; extravagant; typisch; vreemd
|
exceptionnel
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bijzonder; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; ergst; exclusief; extravagant; extreem; grootst; heel bijzonder; hoogst; mateloos; maximaal; meest; speciaal; tomeloos; uitermate; uiterst; uitzonderlijk; uitzonderlijke; zeldzaam
|
excessivement
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
aanstellerig; bovenmate; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; extravagant; extreem; mateloos; niet terughoudend; ongeremd; overdadig; overdreven; overmatig; theatraal; tomeloos; uitermate; zeerste
|
extraordinaire
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; bijzonder; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; dolletjes; enig; enig in zijn soort; ergst; exclusief; extravagant; extreem; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; grootst; hoogst; maximaal; meest; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; puik; speciaal; uiterst; uitzonderlijk; uitzonderlijke; uniek; zeldzaam
|
extraordinairement
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bijzonder; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; ergst; extreem; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; grootst; hoogst; mateloos; maximaal; meest; puik; tomeloos; uitermate; uiterst; uitzonderlijk; uitzonderlijke; zeldzaam
|
extravagant
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; excentriek; extravagant; extreem; mateloos; tomeloos; typisch; uitermate; vreemd
|
extrême
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
alleruiterst; bijzonder; buitengewoon; ergst; extreem; geweldig; grootst; hoogst; hoogste; maximaal; meest; opperste; uiterst; ultra; verregaand; voornaamst; zeerste
|
extrêmement
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bijzonder; bovenste; buitengewoon; ergst; extreem; grootst; hoogst; maximaal; meest; uiterst; zeerste
|
fort
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
behoorlijk; corpulent; danig; degelijk; dik; duchtig; energiek; erg; fantastisch; fel; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; gezet; grievend; hard; hardop; hartig; heftig; hevig; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; levendig; lijvig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; robuust; rumoerig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; vet; vettig; vief; vol energie; vol fut; zwaarlijvig
|
mal
|
|
bedorven; erg; ernstig; gemeen; kwaadwillig; kwalijk; leed aandoend; menstruerend; met slechte intentie; min; onaanvaardbaar; onacceptabel; ongepast; ongesteld; onkies; onvertogen; rot; rottig; slecht; snood; vals; van bedenkelijke aard; vergaan; verkeerd; verrot
|
notamment
|
buitengemeen; hoogst; zeer
|
exclusief; hoofdzakelijk; in de eerste plaats; in het bijzonder; met name; overwegend; speciaal; vooral; voornamelijk
|
particulier
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
afzonderlijk; apart; bijzonder; bizar; bovenmatig; buitengemeen; buitenissig; buitensporig; curieus; eigenaardig; excentriek; exclusief; extravagant; extreem; frappant; gescheiden; in het oog lopend; in het oog springend; individueel; karakteristiek; kenmerkend; los van elkaar; mateloos; merkwaardig; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; separaat; speciaal; specifiek; tekenend; tomeloos; treffend; typerend; typisch; uitermate; uitzonderlijk; vreemd; zeldzaam; zonderling
|
profond
|
pijnlijk; zeer
|
absoluut; degelijk; diep; diepgaand; diepgravend; diepliggend; diepzinnig; extremistische; grondig; helemaal; in het geheel; ingrijpend; innig; intens; laag; laag liggend; niet oppervlakkig; radicale; totaal; volkomen
|
saugrenu
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
|
sensible
|
pijnlijk; zeer
|
aangebrand; aanraakbaar; concreet; duidelijk; emotioneel; fijngevoelig; fijnzinnig; geprikkeld; gevoelig; geërgerd; geïrriteerd; grijpbaar; humeurig; konkreet; korzelig; kregel; kwalijknemend; lichtgeraakt; ontvankelijk; openstaand; pissig; prikkelbaar; sensueel; stoffelijk; tastbaar; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; vatbaar; voelbaar; weekhartig; wulps; zinlijk
|
sombre
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bedroefd; donker; doods; droef; droefgeestig; droevig; duister; grauw; grauwkleurig; grijs; kommervol; melancholisch; melancholische; mistroostig; naar; naargeestig; onverlicht; rouwig; somber; treurig; triest; troosteloos; verdrietig; vol met zorgen; vreugdeloos; zwaarmoedig; zwartgallig
|
spécial
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; bijzonder; bizar; bovenmatig; buitengemeen; buitenissig; buitensporig; curieus; dolletjes; eigenaardig; enig; enig in zijn soort; excentriek; exclusief; extreem; mateloos; merkwaardig; ongewoon; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; speciaal; tomeloos; typisch; uitermate; uitzonderlijk; uniek; vreemd; zeldzaam; zonderling
|
triste
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bedroefd; bedrukt; droef; droefgeestig; droevig; gedrukt; grauw; kommervol; melancholisch; melancholische; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; onbehaaglijk; ongezellig; pessimistisch; smartelijk; somber; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; verdrietig makend; vol met zorgen; vreugdeloos; zwaarmoedig
|
tristement
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
grauw; mistroostig; onbehaaglijk; ongezellig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos
|
très
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; pijnlijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
behoorlijk; behoorlijke; erg; in hoge mate
|
ultra
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
extreem; hoogste; opperste; ultra; voornaamst; zeerste
|
à l'extrême
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bijzonder; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; ergst; extreem; grootst; hoogst; mateloos; maximaal; meest; tomeloos; uitermate; uiterst
|