Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. scheiding:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for scheiding from Dutch to French

scheiding:

scheiding [de ~ (v)] noun

  1. de scheiding (segregatie; verbreking)
    la séparation; la ségrégation

Translation Matrix for scheiding:

NounRelated TranslationsOther Translations
ségrégation scheiding; segregatie; verbreking
séparation scheiding; segregatie; verbreking afscheiding; afzondering; beschot; filtering; hek; hekwerk; isolering; schifting; schot; splitten; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot; uiteengaan; wondvocht

Related Words for "scheiding":


Synonyms for "scheiding":


Related Definitions for "scheiding":

  1. beëindiging van een huwelijk1
    • de kinderen hebben de scheiding goed opgenomen1
  2. het uit elkaar gaan of uit elkaar zijn1
    • de scheiding duurde drie dagen1
  3. lijn op je hoofd waar het haar in verschillende richtingen gaat1
    • je moet een scheiding in je haar kammen1

Wiktionary Translations for scheiding:

scheiding
Cross Translation:
FromToVia
scheiding division division — act or process of dividing anything
scheiding séparation separation — act of disuniting two or more things