Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. schandaaltje:
  2. schandaal:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schandaaltje from Dutch to French

schandaaltje:

schandaaltje [het ~] noun

  1. het schandaaltje
    le charivari; le déshonneur; l'honte; le scandale; l'infamie; l'ignominie; l'indécence

Translation Matrix for schandaaltje:

NounRelated TranslationsOther Translations
charivari schandaaltje beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult
déshonneur schandaaltje afgang; blamage; laster; oneer; ontering; scandaleuze daad; schanddaad; schande; schandelijke daad; smaad; teschandemaking; verlaging
honte schandaaltje beschaamdheid; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; scandaleusheid; scandaleuze daad; schaamte; schaamtegevoel; schandaal; schandaleuze daad; schandalig gedrag; schanddaad; schandelijke daad; schandelijkheid; spot; spotternij
ignominie schandaaltje scandaleuze daad; schandaal; schanddaad; schandelijke daad
indécence schandaaltje onbehoorlijkheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongemanierdheid; ongepastheid; onwelvoeglijkheid
infamie schandaaltje achterklap; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; laster; listigheid; oneer; scandaleuze daad; schandaal; schandaleuze daad; schanddaad; schande; schandelijke daad; sluwheid; smaad; snoodheid
scandale schandaaltje scandaleuze daad; schandaal; schandaleuze daad; schanddaad; schandelijke daad; stampei; tamtam

Related Words for "schandaaltje":


schandaal: