Summary


Dutch

Detailed Translations for rakkers from Dutch to French

rakkers:

rakkers [de ~] noun, plural

  1. de rakkers (jongens)
    le polisson

Translation Matrix for rakkers:

NounRelated TranslationsOther Translations
polisson jongens; rakkers bengel; blaag; boef; boefje; deugniet; fielt; jongen; kwajongen; lelijkerd; ondeugd; picaro; rakker; rekel; schalk; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek; stouterd; viezerik; vlegel; zwijn
ModifierRelated TranslationsOther Translations
polisson bengelachtig; ernaast; fout; foutief; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; mis; ondeugend; onjuist; onwaar; rekelachtig; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; ten onrechte; verkeerd

Related Words for "rakkers":


rakkers form of rakker:

rakker [de ~ (m)] noun

  1. de rakker (jongen)
    le mec; le coquin; le garnement; le vilain; le petit brigand; le polisson; l'espiègle
  2. de rakker (deugniet; guit; stinkerd; snaak)
    l'espiègle; le gaillard; le misérable; le farceur; la paillasse; le plaisantin; le clown

Translation Matrix for rakker:

NounRelated TranslationsOther Translations
clown deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd clown; debiel; flapdrol; gek; grappenmaker; guit; harlekijn; idioot; imbeciel; joker; komiek; lolbroek; mafkees; mafketel; mafkikker; mallerd; malloot; olijkerd; paljas; pias; pierrot; potsenmaker; snaak; uilenspiegel; waanzinnige; zot; zottin
coquin jongen; rakker bandiet; boef; boosdoener; booswicht; ellendeling; etter; etterbak; fielt; galbak; galgenbrok; galgentronie; klier; kreng; mispunt; onverlaat; picaro; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; smiecht; smiek; snaak; snoodaard; stouterd; stuk ongeluk
espiègle deugniet; guit; jongen; rakker; snaak; stinkerd bengel; boefje; deugniet; grappenmaker; guit; komiek; kwajongen; mallerd; olijkerd; ondeugd; paljas; pias; schalk; schavuit; schelm; snaak; stouterd; uilenspiegel; vlegel
farceur deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd fopper; grappenmaker; guit; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; potsenmaker; snaak; uilenspiegel
gaillard deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd goser; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; sujet; vent
garnement jongen; rakker boef; fielt; rekel; schobbejak; schurk; stouterd
mec jongen; rakker gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent
misérable deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd ellendeling; etter; etterbak; fielt; flierefluiter; geitenbreier; klier; kreng; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; mispunt; naarling; nietsnut; pauper; rotzak; schoft; schurk; slampamper; slapkous; smeerlap; smiecht; stinkerd; stuk ongeluk
paillasse deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; stromatras; uilenspiegel
petit brigand jongen; rakker rekel; schelmpje
plaisantin deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd grappenmaker; guit; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; potsenmaker; schertsfiguur; snaak; uilenspiegel
polisson jongen; rakker bengel; blaag; boef; boefje; deugniet; fielt; jongens; kwajongen; lelijkerd; ondeugd; picaro; rakkers; rekel; schalk; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek; stouterd; viezerik; vlegel; zwijn
vilain jongen; rakker
ModifierRelated TranslationsOther Translations
espiègle geestig; geinig; grappig; guitig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; olijk
misérable akelig; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; belazerd; beroerd; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; droog; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; flodderig; funest; futloos; haveloos; hokkerig; karig; kwijnend; lamlendig; lamzalig; luizig; lusteloos; mager; mat; meelijwekkend; miserabel; naar; noodlottig; ongelukkig; pover; rampzalig; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; slap; verlopen
polisson bengelachtig; ernaast; fout; foutief; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; mis; ondeugend; onjuist; onwaar; rekelachtig; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; ten onrechte; verkeerd
vilain achterbaks; afstotend; banaal; bar slecht; bliksems; doortrapt; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; kwaadaardig; laag-bij-de-grond; leep; lelijk; listig; lomp; onaantrekkelijk; onooglijk; plat; platvloers; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; verdraaid; verduiveld; verlopen; vunzig

Related Words for "rakker":

  • rakkeren, rakkers, rakkertje, rakkertjes

Wiktionary Translations for rakker:


Cross Translation:
FromToVia
rakker fripouille; canaille; crapule rascal — someone who is naughty