Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ontsluiting:


Dutch

Detailed Translations for ontsluiting from Dutch to French

ontsluiting:

ontsluiting [de ~ (v)] noun

  1. de ontsluiting (openlegging; ontsluiten)
    la dilatation; l'ouverture

Translation Matrix for ontsluiting:

NounRelated TranslationsOther Translations
dilatation ontsluiten; ontsluiting; openlegging verbreding; verwijding
ouverture ontsluiten; ontsluiting; openlegging aanvang; begin; brandpuntsverhouding; bres; f-getal; gat; inzet; lek; lekken; opendoen; openduwen; opening; openmaken; openstelling; openstoten; ouverture; start

Related Words for "ontsluiting":


External Machine Translations: