Dutch
Detailed Translations for nerveus maken from Dutch to French
nerveus maken:
-
nerveus maken
Conjugations for nerveus maken:
o.t.t.
- maak nerveus
- maakt nerveus
- maakt nerveus
- maken nerveus
- maken nerveus
- maken nerveus
o.v.t.
- maakte nerveus
- maakte nerveus
- maakte nerveus
- maakten nerveus
- maakten nerveus
- maakten nerveus
v.t.t.
- heb nerveus gemaakt
- hebt nerveus gemaakt
- heeft nerveus gemaakt
- hebben nerveus gemaakt
- hebben nerveus gemaakt
- hebben nerveus gemaakt
v.v.t.
- had nerveus gemaakt
- had nerveus gemaakt
- had nerveus gemaakt
- hadden nerveus gemaakt
- hadden nerveus gemaakt
- hadden nerveus gemaakt
o.t.t.t.
- zal nerveus maken
- zult nerveus maken
- zal nerveus maken
- zullen nerveus maken
- zullen nerveus maken
- zullen nerveus maken
o.v.t.t.
- zou nerveus maken
- zou nerveus maken
- zou nerveus maken
- zouden nerveus maken
- zouden nerveus maken
- zouden nerveus maken
en verder
- ben nerveus gemaakt
- bent nerveus gemaakt
- is nerveus gemaakt
- zijn nerveus gemaakt
- zijn nerveus gemaakt
- zijn nerveus gemaakt
diversen
- maak nerveus!
- maakt nerveus!
- nerveus gemaakt
- nerveus makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for nerveus maken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
énerver | nerveus maken | aanblazen; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten; ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; opfokken; ophitsen; opjutten; oppoken; opruien; opstoken; poken; stoken; vervelen |
External Machine Translations: