Dutch
Detailed Translations for waken from Dutch to Spanish
waken:
-
waken (wakker blijven)
-
waken (waken over)
Conjugations for waken:
o.t.t.
- waak
- waakt
- waakt
- waken
- waken
- waken
o.v.t.
- waakte
- waakte
- waakte
- waakten
- waakten
- waakten
v.t.t.
- heb gewaakt
- hebt gewaakt
- heeft gewaakt
- hebben gewaakt
- hebben gewaakt
- hebben gewaakt
v.v.t.
- had gewaakt
- had gewaakt
- had gewaakt
- hadden gewaakt
- hadden gewaakt
- hadden gewaakt
o.t.t.t.
- zal waken
- zult waken
- zal waken
- zullen waken
- zullen waken
- zullen waken
o.v.t.t.
- zou waken
- zou waken
- zou waken
- zouden waken
- zouden waken
- zouden waken
diversen
- waak!
- waakt!
- gewaakt
- wakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for waken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
defender | afweren; verdedigen; verweren; weren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
defender | waken; waken over | afweren; bemerken; bepleiten; beschermen; beschutten; in bescherming nemen; opmerken; pleiten; protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; van mening zijn; verdedigen; verweren; verzetten; voorstaan; weren |
preservar | waken; waken over | verduurzamen |
proteger | waken; waken over | afdekken; afschermen; afschutten; behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; bewaren; hoeden; in bescherming nemen; inchecken; protegeren; verdedigen |
vigilar | waken; wakker blijven | bekijken; bewaken; gadeslaan; hoeden; in de gaten houden; in het oog houden; kijken; observeren; opletten; patrouilleren; toezien; toezien op; waarnemen; zien |
viligar | waken; waken over |
Related Words for "waken":
Wiktionary Translations for waken:
waken
verb
-
(inergatief) opzettelijk wakker zijn
- waken → velar
waken form of wak:
-
het wak (bijt)
Translation Matrix for wak:
Noun | Related Translations | Other Translations |
agujero en el hielo | bijt; wak |