Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vies worden:


Dutch

Detailed Translations for vies worden from Dutch to Spanish

vies worden:

vies worden verb (word vies, wordt vies, werd vies, werden vies, vies geworden)

  1. vies worden (smerig worden)

Conjugations for vies worden:

o.t.t.
  1. word vies
  2. wordt vies
  3. wordt vies
  4. worden vies
  5. worden vies
  6. worden vies
o.v.t.
  1. werd vies
  2. werd vies
  3. werd vies
  4. werden vies
  5. werden vies
  6. werden vies
v.t.t.
  1. ben vies geworden
  2. bent vies geworden
  3. is vies geworden
  4. zijn vies geworden
  5. zijn vies geworden
  6. zijn vies geworden
v.v.t.
  1. was vies geworden
  2. was vies geworden
  3. was vies geworden
  4. waren vies geworden
  5. waren vies geworden
  6. waren vies geworden
o.t.t.t.
  1. zal vies worden
  2. zult vies worden
  3. zal vies worden
  4. zullen vies worden
  5. zullen vies worden
  6. zullen vies worden
o.v.t.t.
  1. zou vies worden
  2. zou vies worden
  3. zou vies worden
  4. zouden vies worden
  5. zouden vies worden
  6. zouden vies worden
diversen
  1. word vies!
  2. wordt vies!
  3. vies geworden
  4. vies wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vies worden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ensuciarse smerig worden; vies worden afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; keutelen; kladden; knoeien; morsen; omlijnen; vlekken

External Machine Translations:

Related Translations for vies worden