Dutch

Detailed Translations for groepen from Dutch to Spanish

groepen:

groepen [de ~] noun, plural

  1. de groepen
    el grupos

Translation Matrix for groepen:

NounRelated TranslationsOther Translations
grupos groepen

Related Words for "groepen":


groep:

groep [de ~] noun

  1. de groep (aantal personen bijeen; gezelschap)
    el grupo; la asociación; la banda; la categoría; el colectivo; la clase
  2. de groep
    el grupo; la banda; la horda
  3. de groep
    el grupo
  4. de groep (samenscholing; accumulatie; bende; troep; hoop)
  5. de groep (toneelgezelschap; ensemble; theaterensemble; gezelschap; theatergroep)
  6. de groep (distributielijst; distributiegroep)

Translation Matrix for groep:

NounRelated TranslationsOther Translations
acumulación accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep accumulatie; bende; berg; cumulatie; cumuleren; hoop; massa; opaarden; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophopen; ophoping; opstapelen; opstapeling; opstopping; samenvoeging; selectie; sortering; stapel; stapelen; stel; verhogen; verstopping; verzameling
agrupación accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep ambachtsgilde; bond; broederschap; bundel; club; coöperatie; factie; genootschap; gezelschap; gilde; groepering; hoop; opeenstapeling; opstapeling; orde; organisatie; samenwerkingsverband; societiet; sociëteit; soos; stapel; unie; vakgenootschap; vereniging
asociación aantal personen bijeen; gezelschap; groep ambachtsgilde; associatie; bedrijf; bond; broederschap; club; coalitie; compagnonschap; coöperatie; deelgenootschap; firma; genootschap; gezelschap; gilde; handelsbedrijf; handelshuis; koppeling; maatschap; maatschappij; medewerking; onderneming; orde; organisatie; partnerverband; samenwerkingsverband; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vennootschap; verbond; vereniging
banda aantal personen bijeen; gezelschap; groep band; beestenboel; bende; bies; blaaskapel; boekdeel; broekband; clan; deel; drom; fanfare; fanfarekorps; geluidsniveau; gezichtsmasker; gordelriem; groep jongeren; groep van twee of meer; haarband; haarlint; harmonie; horde; kapel; koppel; koppelriem; kudde; lint; massa; muziekkorps; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; schaar; schare; sjerp; soepzootje; span; stel; strook; tamboerkorps; troep; volant; volksmenigte; volume; zooi; zootje
categoría aantal personen bijeen; gezelschap; groep aard; afdeling; categorie; classificatie; departement; detachement; gelid; genre; graad; klasse; kleurcategorie; maatschappelijke klasse; niveau; onderverdeling; orde; peil; rang; rangorde; sectie; slag; soort; stand; tak; type
clase aantal personen bijeen; gezelschap; groep aard; categorie; classificatie; college; collegezaal; collegium; cursus; cursusprogramma; genre; instructie; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; leerprogramma; lering; les; leslokaal; lesprogramma; lesuur; lokaal; maatschappelijke klasse; middelbare school; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderverdeling; onderwijs; onderwijsprogramma; orde; rang; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; slag; sociale groep; soort; stand; type; universitaire les; vaklokaal
colectivo aantal personen bijeen; gezelschap; groep collectief
compañía de teatro ensemble; gezelschap; groep; theaterensemble; theatergroep; toneelgezelschap
concentración de personas accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep
formación de grupos de gente accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep
grupo aantal personen bijeen; accumulatie; bende; distributiegroep; distributielijst; gezelschap; groep; hoop; samenscholing; troep accumulatie; allegaartje; ambachtsgilde; bende; bond; club; cluster; drom; factie; gezelschap; gilde; groep van twee of meer; groepering; hoop; horde; koppel; kudde; massa; mengelmoes; meute; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; orde; organisatie; pool; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; schaar; schare; selectie; societiet; sociëteit; soos; sortering; span; stapel; stel; troep; unie; vakgenootschap; vereniging; verzameling; volksgroepering; zooi; zootje; zuil
grupo de teatro ensemble; gezelschap; groep; theaterensemble; theatergroep; toneelgezelschap
horda groep bende; clan; drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
categoría categorie
grupo de distribución distributiegroep; distributielijst; groep distributiegroep
lista de distribución distributiegroep; distributielijst; groep
ModifierRelated TranslationsOther Translations
colectivo aaneengesloten; een eenheid vormend; eendrachtig; eensgezind; gedeeld; harmonieus; meegevoeld; saamhorig; samenhangend; verbonden; verenigd

Related Words for "groep":


Related Definitions for "groep":

  1. aantal mensen, dieren of dingen die bij elkaar horen1
    • ik zag een groep mensen aankomen1

Wiktionary Translations for groep:

groep
noun
  1. uit meerdere personen of eenheden bestaand geheel

Cross Translation:
FromToVia
groep grupo; círculo circle — group of persons
groep grupo group — number of things or persons being in some relation to each other
groep grupo group — in group theory
groep grupo group — column in the periodic table
groep grupo moiety(chemistry) a specific segment of a molecule
groep grupo GruppeKategorie zum Einordnen und Auffinden von Personen, Sachen, Sachverhalten oder Begriffen
groep grupo GruppeAnzahl von Personen oder Dingen, die gemeinsame Merkmale haben
groep grupo GruppeMathematik, Algebra: eine Menge zusammen mit einer inneren Verknüpfung, für die das Assoziativgesetz gilt, ein neutrales Element existieren und zu jedem Element ein inverses.
groep grupo; destacamento; equipo groupeensemble de personnes, voire d’animaux.

External Machine Translations: