Summary
Dutch
Detailed Translations for getier from Dutch to Spanish
getier:
Translation Matrix for getier:
Noun | Related Translations | Other Translations |
alarido | gescheld; getier | gebrul; gebulder; gegil; gehuil; gejammer; geloei; geraas; geschreeuw; geweeklaag; gil; kreet; loeien van de wind; roep; schreeuw; uitroep |
aullido | gescheld; getier | geblaf; gebrul; gebulder; gehuil; gejank; gekef; geloei; geraas; geween; loeien van de wind |
berrido | gescheld; getier | gebrul; gebulder; geloei; geraas; loeien van de wind |
bramido | gescheld; getier | gebrul; gebulder; geloei; geraas; loeien van de wind |
chillido | gescheld; getier | gepiep; getjilp; gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep |
estampido | gescheld; getier | ontlading; plotselinge uitbarsting |
gemido | gescheld; getier | gehuil; gejammer; gejank; gekerm; gekreun; gesteun; geweeklaag; geween; jammer; verzuchting; zucht |
grito | gescheld; getier | gegalm; geschal; gil; kreet; leus; luidkeelse uitroep; roep; schreeuw; strijdkreet; uitroep; yell |
rugido | gescheld; getier | gebrul; gebulder; geloei; geraas; loeien van de wind |
vocería | gescheld; getier |