Dutch

Detailed Translations for geschat from Dutch to Spanish

geschat:


geschat form of schatten:

schatten verb (schat, schatte, schatten, geschat)

  1. schatten (inschatten; bepalen; afwegen)
  2. schatten (berekenen; ramen)
  3. schatten (ramen; begroten)
  4. schatten (beramen; ramen; taxeren)

Conjugations for schatten:

o.t.t.
  1. schat
  2. schat
  3. schat
  4. schatten
  5. schatten
  6. schatten
o.v.t.
  1. schatte
  2. schatte
  3. schatte
  4. schatten
  5. schatten
  6. schatten
v.t.t.
  1. heb geschat
  2. hebt geschat
  3. heeft geschat
  4. hebben geschat
  5. hebben geschat
  6. hebben geschat
v.v.t.
  1. had geschat
  2. had geschat
  3. had geschat
  4. hadden geschat
  5. hadden geschat
  6. hadden geschat
o.t.t.t.
  1. zal schatten
  2. zult schatten
  3. zal schatten
  4. zullen schatten
  5. zullen schatten
  6. zullen schatten
o.v.t.t.
  1. zou schatten
  2. zou schatten
  3. zou schatten
  4. zouden schatten
  5. zouden schatten
  6. zouden schatten
en verder
  1. ben geschat
  2. bent geschat
  3. is geschat
  4. zijn geschat
  5. zijn geschat
  6. zijn geschat
diversen
  1. schat!
  2. schatt!
  3. geschat
  4. schattende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schatten [de ~] noun, plural

  1. de schatten (liefjes; schatjes; schattebouten)
    el cariños; el angelitos; el bomboncitos; el corazones

Translation Matrix for schatten:

NounRelated TranslationsOther Translations
angelitos liefjes; schatjes; schattebouten; schatten lekkertjes; schatteboutjes; snoezepoezen; troetels
bomboncitos liefjes; schatjes; schattebouten; schatten troetels
cariños liefjes; schatjes; schattebouten; schatten schatteboutjes
corazones liefjes; schatjes; schattebouten; schatten harten
valorar waarderen
VerbRelated TranslationsOther Translations
calcular afwegen; bepalen; inschatten; schatten becijferen; begroten; berekenen; calculeren; controleren; nagaan; nakijken; rekenen; uitrekenen; uitwerken
comprobar afwegen; bepalen; inschatten; schatten aantonen; bepalen; beproeven; bewijzen; checken; constateren; controleren; determineren; diepte bepalen; doorvorsen; examineren; kalibreren; keuren; meten; nagaan; nakijken; narekenen; naspeuren; nasporen; natellen; natrekken; onderzoeken; opmeten; overhoren; peilen; staven; testen; toetsen; vaststellen; verifieren; verifiëren; zekerstellen
estimar afwegen; begroten; bepalen; beramen; berekenen; inschatten; ramen; schatten; taxeren adviseren; afwegen; appreciëren; begroten; berekenen; gissen; gissing maken; iets aanraden; ingeven; op prijs stellen; overdenken; overwegen; prijzen; raden; suggereren; van een prijs voorzien; waarderen
evaluar beramen; ramen; schatten; taxeren aanslaan; taxeren
presupuestar begroten; ramen; schatten
presupuestar en berekenen; ramen; schatten
tasar afwegen; bepalen; beramen; inschatten; ramen; schatten; taxeren
valorar afwegen; bepalen; beramen; inschatten; ramen; schatten; taxeren aanslaan; prijzen; taxeren; van een prijs voorzien; zich doen gelden

Related Words for "schatten":


Wiktionary Translations for schatten:


Cross Translation:
FromToVia
schatten aproximación approximation — act of approximating
schatten estimar estimate — to calculate roughly
schatten opinar judge — to form an opinion, infer
schatten apreciar prize — to consider something highly valuable
schatten apreciar; estimar; evaluar; avaliar; tasar apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).
schatten estimar estimerpriser quelque chose, en apprécier, en déterminer la valeur.
schatten tasar; estimar; evaluar; apreciar taxer — (vieilli) régler, fixer le prix des denrées, des marchandises, de quelque autre chose que ce soit.
schatten estimar; evaluar; avaliar; tasar; apreciar; valorar évaluerestimer une chose quant à son prix, à sa valeur, à sa quantité, à sa durée.