Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. doorbreking:


Dutch

Detailed Translations for doorbreking from Dutch to Spanish

doorbreking:

doorbreking [de ~ (v)] noun

  1. de doorbreking (doorbraak; doorbreken)
    la ruptura; el avance; el desbloqueo

Translation Matrix for doorbreking:

NounRelated TranslationsOther Translations
avance doorbraak; doorbreken; doorbreking aantal gekomen personen; aantocht; begeren; gezichtsmasker; lust; ontwikkelingsgang; opkomst; opmars; progressie; smachten; verlangen; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering; wensen; zucht
desbloqueo doorbraak; doorbreken; doorbreking
ruptura doorbraak; doorbreken; doorbreking barst; breken; breuk; deel; dijkbreuk; fractie; gedeelte; interruptie; krak; onderbreking; openscheuring; part; ruptuur; scheur; scheuring; stuk; verbreking

Related Words for "doorbreking":

  • doorbrekingen