Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bouwstenen:
  2. bouwsteen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bouwstenen from Dutch to Spanish

bouwstenen:

bouwstenen [de ~] noun, plural

  1. de bouwstenen
    el ladrillos

Translation Matrix for bouwstenen:

NounRelated TranslationsOther Translations
ladrillos bouwstenen

Related Words for "bouwstenen":


bouwsteen:


Translation Matrix for bouwsteen:

NounRelated TranslationsOther Translations
ladrillo bouwsteen baksteen; bijou; gesteente; juweel; sieraad; steen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
bloque de creación bouwsteen; documentelement
elemento de documento bouwsteen; documentelement hoofdelement
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ladrillo kastanjebruin; roodbruin

Related Words for "bouwsteen":


Wiktionary Translations for bouwsteen:

bouwsteen
noun
  1. steen om mee te bouwen