Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. sjoemelaars:
  2. sjoemelaar:


Dutch

Detailed Translations for sjoemelaars from Dutch to English

sjoemelaars:

sjoemelaars [de ~] noun, plural

  1. de sjoemelaars
    the fiddlers; the frauds; the swindlers; the deceiters

Translation Matrix for sjoemelaars:

NounRelated TranslationsOther Translations
deceiters sjoemelaars bedriegers; misleiders
fiddlers sjoemelaars bedriegers; misleiders
frauds sjoemelaars bedriegers; frauderingen; gezwendel; misleiders; oplichterij; oplichterijen; oplichting; oplichtingen; verlakkerijen; zwendel; zwendelarij
swindlers sjoemelaars bedriegers; flessentrekkers; misleiders; oplichters; zwendelaars

Related Words for "sjoemelaars":


sjoemelaars form of sjoemelaar:

sjoemelaar [de ~ (m)] noun

  1. de sjoemelaar
    the fiddler

Translation Matrix for sjoemelaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
fiddler sjoemelaar speelman

Related Words for "sjoemelaar":