Noun | Related Translations | Other Translations |
character
|
debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot
|
aard; figuur; geaardheid; gemoed; inborst; individu; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; letter; letterteken; mentaliteit; natuur; personage; teken; type
|
disturbed person
|
gek; gestoorde; mafketel
|
|
drip
|
debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot
|
drop; druppel; infusum; infuus; schlemiel; slemiel; slungel; sofvent; sukkel; watje
|
dud
|
debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot
|
sofvent
|
figure
|
debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot
|
cijfer; constitutie; figuur; gedaante; gestalte; getal; lichaamsbouw; lichaamslijn; lichaamspostuur; personage; postuur; rangnummer; silhouet; uiterlijk; verschijning; vorm
|
idiot
|
debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot
|
achterlijke; dolleman; domkop; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; geesteszieke; gek; geschifte; idioot; imbeciel; kalfskop; krankzinnige; kuiken; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uil; uilskuiken; waanzinnige; zwakzinnige
|
jerk
|
debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot
|
oetlul; sodemieter
|
madcap
|
debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot
|
dolleman; geesteszieke; gek; krankzinnige; razende; waanzinnige
|
madman
|
debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot
|
achterlijke; despoot; dolleman; geesteszieke; gek; geschifte; idioot; krankzinnige; overheerser; razende; tiran; waanzinnige; woesteling; zwakzinnige
|
nut
|
gek; gestoorde; mafketel
|
dolleman; geesteszieke; gek; gek iemand; krankzinnige; schaalvrucht; waanzinnige
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
drip
|
|
afdruipen; afdruppelen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruipen; uitdruppelen; uitlekken
|
figure
|
|
figureren; visualiseren
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
idiot
|
|
dwaas; gek; idioot; maf
|