Dutch
Detailed Translations for een boodschap uitdragen from Dutch to English
een boodschap uitdragen:
-
een boodschap uitdragen (verkondigen; uitdragen)
Translation Matrix for een boodschap uitdragen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
spread | banket; beleg; broodbeleg; feestdiner; feestmaal; smulpartij; spreiding | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
carry out a message | een boodschap uitdragen; uitdragen; verkondigen | |
disseminate | een boodschap uitdragen; uitdragen; verkondigen | uitstrooien; uitzaaien |
spread | een boodschap uitdragen; uitdragen; verkondigen | klaar leggen; rondstrooien; spreiden; uitspreiden; uitwrijven; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien; verwijden; voortwoekeren; wijder maken; zich verder verspreiden |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
spread | gespreid |