Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. doordrongen:
  2. doordringen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doordrongen from Dutch to English

doordrongen:

doordrongen adj

  1. doordrongen (doortrokken; vervuld)

Translation Matrix for doordrongen:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
soaked doordrongen; doortrokken; vervuld doorweekt; ingeweekt; ladderzat; laveloos; sliknat; smoordronken; stomdronken; straalbezopen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
steeped doordrongen; doortrokken; vervuld

Related Words for "doordrongen":

  • doordrongene

doordringen:

doordringen verb (dring door, dringt door, drong door, drongen door, doorgedrongen)

  1. doordringen (bereiken; penetreren in)
    to reach; to get through
    • reach verb (reachs, reached, reaching)
    • get through verb (gets through, got through, getting through)
  2. doordringen (penetreren)
    to penetrate; to pierce; to bore through
    • penetrate verb (penetrates, penetrated, penetrating)
    • pierce verb (pierces, pierced, piercing)
    • bore through verb (bores through, bored through, boring through)

Conjugations for doordringen:

o.t.t.
  1. dring door
  2. dringt door
  3. dringt door
  4. dringen door
  5. dringen door
  6. dringen door
o.v.t.
  1. drong door
  2. drong door
  3. drong door
  4. drongen door
  5. drongen door
  6. drongen door
v.t.t.
  1. ben doorgedrongen
  2. bent doorgedrongen
  3. is doorgedrongen
  4. zijn doorgedrongen
  5. zijn doorgedrongen
  6. zijn doorgedrongen
v.v.t.
  1. was doorgedrongen
  2. was doorgedrongen
  3. was doorgedrongen
  4. waren doorgedrongen
  5. waren doorgedrongen
  6. waren doorgedrongen
o.t.t.t.
  1. zal doordringen
  2. zult doordringen
  3. zal doordringen
  4. zullen doordringen
  5. zullen doordringen
  6. zullen doordringen
o.v.t.t.
  1. zou doordringen
  2. zou doordringen
  3. zou doordringen
  4. zouden doordringen
  5. zouden doordringen
  6. zouden doordringen
diversen
  1. dring door!
  2. dringt door!
  3. doorgedrongen
  4. doordringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doordringen:

NounRelated TranslationsOther Translations
reach afstand; baan; baanvak; bandbreedte; bereik; draagwijdte; etappe; pad; range; reikwijdte; ronde; route; tournee; traject; verspreidingsgebied; weg
VerbRelated TranslationsOther Translations
bore through doordringen; penetreren
get through bereiken; doordringen; penetreren in erdoor halen; erdoorheen slaan; inprenten; op het hart drukken; slagen voor
penetrate doordringen; penetreren binnen gaan; binnendringen; binnenvallen; indringen; infiltreren; invallen; penetreren
pierce doordringen; penetreren doorboren; doorprikken; gaatjes maken in; openprikken; opensteken; perforeren; priemen
reach bereiken; doordringen; penetreren in graaien; grijpen; grissen; jatten; komen tot; pikken; reiken; snaaien; wegkapen

Related Definitions for "doordringen":

  1. dwars door alles heen gaan1
    • uiteindelijk ben ik doorgedrongen tot de kamer van de minister1
  2. hem er goed van overtuigen1
    • ik heb hem ervan doordrongen dat hij geluk had1

Wiktionary Translations for doordringen:

doordringen
verb
  1. enter into
  2. (intransitive) spread slowly or gradually
  3. to be in every part of
  4. to fill or spread throughout; to pervade

Cross Translation:
FromToVia
doordringen enter; come into; penetrate; pierce; go in entreraller de dehors vers dedans.
doordringen penetrate; pierce pénétrerpasser à travers ; entrer fort avant.