Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. dit:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dit from Dutch to English

dit:

dit adj

  1. dit (deze)
    these
  2. dit (dat; die; deze)
    this; that; these; those

Translation Matrix for dit:

OtherRelated TranslationsOther Translations
that degene; die; diegene; opdat; zodat
ModifierRelated TranslationsOther Translations
that dat; deze; die; dit dat; die; hetwelk; welk; welke
these dat; deze; die; dit
this dat; deze; die; dit onderhavig; voorliggend
those dat; deze; die; dit

Antonyms for "dit":


Related Definitions for "dit":

  1. geeft aan dat het in de buurt is1
    • dit blad heb ik uit, dat andere nog niet1

Wiktionary Translations for dit:

dit
pronoun
  1. zelfstandig gebruikt
dit
determiner
  1. the (thing) here
en-pron
  1. The thing, item, etc. being indicated

Cross Translation:
FromToVia
dit this dies — adverbialer Gebrauch, um ein ganz bestimmtes, nahe liegendes Nomen hervorzuheben

Related Translations for dit