Summary
Dutch to German: more detail...
- vuiligheid:
-
Wiktionary:
- vuiligheid → Schmutz, Schweinerei, Sauerei
- vuiligheid → Mist, Schweinerei
Dutch
Detailed Translations for vuiligheid from Dutch to German
vuiligheid:
-
de vuiligheid (smerigheid; viezigheid; vuil; viesheid; vuilheid)
-
de vuiligheid (viezigheid; slonzigheid; viespeukerij; vuil; smerigheid; smeerlapperij; drab; vuilheid; zwijnenboel; morsigheid)
-
de vuiligheid (vuilbekkerij; obsceniteit; vuilheid; vuile taal; schuinheid)
die Sauerei; die Schmutzigkeit; die Schlüpfrigkeit; die Unfläterei; die Obzönität; die Schweinigelei
Translation Matrix for vuiligheid:
Related Words for "vuiligheid":
Wiktionary Translations for vuiligheid:
vuiligheid
Cross Translation:
noun
-
dat wat vuil is
- vuiligheid → Schmutz
-
poep
- vuiligheid → Schmutz
-
een vuile, gemene uiting
- vuiligheid → Schweinerei; Sauerei
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vuiligheid | → Mist; Schweinerei | ↔ cochonnerie — (familier, fr) malpropreté. |
External Machine Translations: