Noun | Related Translations | Other Translations |
Begeisterung
|
enthousiasme; gedrevenheid
|
betovering; bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; extase; geestdrift; geestvervoering; hartstochten; passies; trance; uitbundigheid; uitgelatenheid; verrukking; vervoering
|
Bissigkeit
|
felheid; gedrevenheid
|
bitsheid; bitsigheid; felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kattigheid; kracht; pinnigheid; snibbigheid; vinnigheid
|
Eifer
|
felheid; gedrevenheid
|
activiteit; ambitie; arbeid; aspiratie; bedrijvigheid; bezigheid; eerzucht; felheid; genoegen; genot; heftigheid; hevigheid; ijver; ijverigheid; intensiteit; jool; kracht; leut; lust; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; plezier; pret; streven; vlijt; vlijtigheid; voortvarendheid; werklust; werkzaamheid
|
Enthusiasmus
|
enthousiasme; gedrevenheid
|
bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; geestdrift; uitbundigheid; uitgelatenheid
|
Grellheit
|
felheid; gedrevenheid
|
schelheid
|
Grimmigkeit
|
felheid; gedrevenheid
|
dolheid; felheid; furie; grimmigheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht; razernij
|
Heftigkeit
|
felheid; gedrevenheid
|
bitsheid; driftigheid; felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kattigheid; kracht; onbeheerstheid; onbesuisdheid; vinnigheid
|
Intensität
|
felheid; gedrevenheid
|
felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht
|
Leidenschaftlichkeit
|
felheid; gedrevenheid
|
aandrift; drift; driftigheid; felheid; heftigheid; hevigheid; instinct; intensiteit; kracht
|
Schärfe
|
felheid; gedrevenheid
|
bijterigheid; bitsheid; doorzicht; felheid; heftigheid; het bijtende; het nare; hevigheid; intensiteit; inzicht; kattigheid; kracht; puntig zijn; puntigheid; schamperheid; scherpheid; scherpte; snijkant; spitsheid; vinnigheid
|
Stachlichkeit
|
felheid; gedrevenheid
|
bitsheid; bitsigheid; felheid; geprikkeldheid; geraaktheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kattigheid; kracht; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid; vinnigheid
|
Stärke
|
felheid; gedrevenheid
|
corpulentie; felheid; gelegenheden; gewicht; gezetheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kansen; kracht; lijvigheid; macht; mogelijkheid; mogelijkheid tot verwezenlijking; potentie; sterke kant; sterke zijde; sterkte; stijfsel; vermogen; zetmeel; zwaarlijvigheid; zwaarte
|
Ungestüm
|
felheid; gedrevenheid
|
felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht; onbeheerstheid; onbesuisdheid; onstuimigheid; turbulentie; woeligheid
|