Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. achterstel:
  2. achterstellen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for achterstel from Dutch to German

achterstel:

achterstel [het ~] noun

  1. het achterstel
    die Hinterseite

Translation Matrix for achterstel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Hinterseite achterstel keerzijde; onaangename zijde; zelfkant

Related Words for "achterstel":


achterstellen:

achterstellen verb (stel achter, stelt achter, stelde achter, stelden achter, achtergesteld)

  1. achterstellen (discrimineren)
    diskriminieren; hintansetzen
    • diskriminieren verb (diskriminiere, diskriminierst, diskriminiert, diskriminierte, diskriminiertet, diskriminiert)

Conjugations for achterstellen:

o.t.t.
  1. stel achter
  2. stelt achter
  3. stelt achter
  4. stellen achter
  5. stellen achter
  6. stellen achter
o.v.t.
  1. stelde achter
  2. stelde achter
  3. stelde achter
  4. stelden achter
  5. stelden achter
  6. stelden achter
v.t.t.
  1. ben achtergesteld
  2. bent achtergesteld
  3. is achtergesteld
  4. zijn achtergesteld
  5. zijn achtergesteld
  6. zijn achtergesteld
v.v.t.
  1. was achtergesteld
  2. was achtergesteld
  3. was achtergesteld
  4. waren achtergesteld
  5. waren achtergesteld
  6. waren achtergesteld
o.t.t.t.
  1. zal achterstellen
  2. zult achterstellen
  3. zal achterstellen
  4. zullen achterstellen
  5. zullen achterstellen
  6. zullen achterstellen
o.v.t.t.
  1. zou achterstellen
  2. zou achterstellen
  3. zou achterstellen
  4. zouden achterstellen
  5. zouden achterstellen
  6. zouden achterstellen
diversen
  1. stel achter!
  2. stelt achter!
  3. achtergesteld
  4. achterstellende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for achterstellen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
diskriminieren achterstellen; discrimineren
hintansetzen achterstellen; discrimineren

Related Words for "achterstellen":


Wiktionary Translations for achterstellen:


Cross Translation:
FromToVia
achterstellen verschieben; aufschieben postpone — to delay or put off an event
achterstellen außer Acht lassen; verachten; mißachten dédaignerconsidérer avec dédain.
achterstellen außer Acht lassen; vernachlässigen négliger — Ne pas prendre soin d’une chose dont on devoir s’occuper.