Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. allure:


Dutch

Detailed Translations for allure from Dutch to Swedish

allure:

allure [de ~] noun

  1. de allure (aanzien)
    stil; elegans; klass

Translation Matrix for allure:

NounRelated TranslationsOther Translations
elegans aanzien; allure elegance; elegantie; finesse; gratie; sierlijkheid
klass aanzien; allure aard; categorie; classificatie; klas; klasse; objectklasse; onderverdeling; schoolklas
stil aanzien; allure genre; slag; soort; speurzin; type

Related Words for "allure":

  • allures