Dutch
Detailed Synonyms for opgelost in Dutch
opgelost:
oplossen:
-
oplossen
-
oplossen
-
oplossen
-
oplossen
– er een goed antwoord op vinden 1 -
oplossen
– in een vloeistof opnemen 1
Conjugations for oplossen:
o.t.t.
- los op
- lost op
- lost op
- lossen op
- lossen op
- lossen op
o.v.t.
- loste op
- loste op
- loste op
- losten op
- losten op
- losten op
v.t.t.
- heb opgelost
- hebt opgelost
- heeft opgelost
- hebben opgelost
- hebben opgelost
- hebben opgelost
v.v.t.
- had opgelost
- had opgelost
- had opgelost
- hadden opgelost
- hadden opgelost
- hadden opgelost
o.t.t.t.
- zal oplossen
- zult oplossen
- zal oplossen
- zullen oplossen
- zullen oplossen
- zullen oplossen
o.v.t.t.
- zou oplossen
- zou oplossen
- zou oplossen
- zouden oplossen
- zouden oplossen
- zouden oplossen
en verder
- is opgelost
- zijn opgelost
diversen
- los op!
- lost op!
- opgelost
- oplossend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze