Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. snel komen:


Dutch

Detailed Translations for snel komen from Dutch to French

snel komen:

snel komen verb (kom snel, komt snel, kwam snel, kwamen snel, snel gekomen)

  1. snel komen
    arriver; arriver rapidement
    • arriver verb (arrive, arrives, arrivons, arrivez, )

Conjugations for snel komen:

o.t.t.
  1. kom snel
  2. komt snel
  3. komt snel
  4. komen snel
  5. komen snel
  6. komen snel
o.v.t.
  1. kwam snel
  2. kwam snel
  3. kwam snel
  4. kwamen snel
  5. kwamen snel
  6. kwamen snel
v.t.t.
  1. ben snel gekomen
  2. bent snel gekomen
  3. is snel gekomen
  4. zijn snel gekomen
  5. zijn snel gekomen
  6. zijn snel gekomen
v.v.t.
  1. was snel gekomen
  2. was snel gekomen
  3. was snel gekomen
  4. waren snel gekomen
  5. waren snel gekomen
  6. waren snel gekomen
o.t.t.t.
  1. zal snel komen
  2. zult snel komen
  3. zal snel komen
  4. zullen snel komen
  5. zullen snel komen
  6. zullen snel komen
o.v.t.t.
  1. zou snel komen
  2. zou snel komen
  3. zou snel komen
  4. zouden snel komen
  5. zouden snel komen
  6. zouden snel komen
diversen
  1. kom snel !
  2. komt snel !
  3. snel gekomen
  4. snel komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for snel komen:

NounRelated TranslationsOther Translations
arriver plaatsvinden
VerbRelated TranslationsOther Translations
arriver snel komen aankomen; aflopen; arriveren; bedingen; bekruipen; belanden; bewerkstelligen; eindigen; finishen; fixen; gebeuren; geraken; geschieden; het gevoel krijgen; in aantocht zijn; klaarspelen; lappen; opdagen; opduiken; opkomen; overkomen; overmannen; overmeesteren; overwaaien; overweldigen; passeren; plaats hebben; plaats vinden; plaatsvinden; terechtkomen; vergaan; verlopen; verschijnen; verstrijken; vervallen; verzeilen; voor elkaar krijgen; voorbijgaan; voorbijtrekken; voordoen; voorvallen; zich aandienen; zich meester maken van; zich voordoen
arriver rapidement snel komen

Related Translations for snel komen