Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. minder gebruiken:


Dutch

Detailed Translations for minder gebruiken from Dutch to French

minder gebruiken:

minder gebruiken verb

  1. minder gebruiken (geld besparen; besparen; matigen)
    gagner; épargner; économiser; ménager
    • gagner verb (gagne, gagnes, gagnons, gagnez, )
    • épargner verb (épargne, épargnes, épargnons, épargnez, )
    • économiser verb (économise, économises, économisons, économisez, )
    • ménager verb (ménage, ménages, ménageons, ménagez, )
  2. minder gebruiken (besparen; matigen)
    épargner; se modérer; économiser
    • épargner verb (épargne, épargnes, épargnons, épargnez, )
    • économiser verb (économise, économises, économisons, économisez, )

Translation Matrix for minder gebruiken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
gagner besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken behalen; bekruipen; binnenbrengen; binnenhalen; de overwinning behalen; eigen maken; gewinnen; halen; het gevoel krijgen; iets bemachtigen; kopen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; overwinnen; pakken; te boven komen; te pakken krijgen; verdienen; verkrijgen; verslaan; verwerven; winnen; zegevieren; zich meester maken van
ménager besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken
se modérer besparen; matigen; minder gebruiken bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; in bedwang houden; intomen; matigen; onderdrukken; terughouden
économiser besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken besparen; bezuinigen; bijeenzamelen; korten; krom buigen; matigen; ombuigen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; opsparen; sparen; verbuigen; vergaren; verzamelen; zuinig zijn
épargner besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken besparen; bezuinigen; bijeenzamelen; in acht nemen; korten; matigen; ontzien; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; opsparen; sparen; vergaren; verschonen; verzamelen; zuinig zijn
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ménager huishoudelijk

Related Translations for minder gebruiken