Dutch

Detailed Translations for gouvernement from Dutch to French

gouvernement:

gouvernement [het ~] noun

  1. het gouvernement (regering; gezag; kabinet)
    le gouvernement; l'autorité; le cabinet; le cabinets; la galerie; la toilettes; le pouvoir public; la salle d'exposition; la galerie d'art; l'hall d'exposition; le salon d'art; le gouvernement de l'Etat

Translation Matrix for gouvernement:

NounRelated TranslationsOther Translations
autorité gezag; gouvernement; kabinet; regering autoriteit; autoriteiten; bevoegd zijn; bevoegdheid; bewind; deskundige; expert; gezag; gezaghebber; gezaghebbers; gezagsdrager; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; macht; openbaar gezag; overheid; regeringsstelsel; regime; rijksbestuur; specialist; staatsbestel; vakkundige; voogdij; zeggenschap
cabinet gezag; gouvernement; kabinet; regering Kamer der Staten-Generaal; cabine; kabinet; kabinetkast; kamer; kamertje; kunstzaal; museumzaal
cabinets gezag; gouvernement; kabinet; regering kabinetten; kasten
galerie gezag; gouvernement; kabinet; regering arcade; bagagerek op autodak; doorgang; doorloop; gaanderij; galerie; galerij; gang; gangpad; imperiaal; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal; passage; torenomgang; trans; zuilengang
galerie d'art gezag; gouvernement; kabinet; regering galerie; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal
gouvernement gezag; gouvernement; kabinet; regering autoriteiten; beheer; bestuur; bewind; directie; gouverneurschap; landsregering; landvoogdij; leiding; openbaar gezag; overheid; regering; regeringsstelsel; regime; rijksbestuur; staatsbestel; staatsbestuur
gouvernement de l'Etat gezag; gouvernement; kabinet; regering bewind; staatsbestuur
hall d'exposition gezag; gouvernement; kabinet; regering galerie; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal
pouvoir public gezag; gouvernement; kabinet; regering autoriteiten; bewind; openbaar gezag; overheid; regeringsstelsel; regime; rijksbestuur; staatsbestel
salle d'exposition gezag; gouvernement; kabinet; regering expositieruimte; galerie; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal; tentoonstellingsruimte; toonkamer; toonzaal
salon d'art gezag; gouvernement; kabinet; regering galerie; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal
toilettes gezag; gouvernement; kabinet; regering WC; closet; latrine; plee; toilet; wc

Related Words for "gouvernement":

  • gouvernementen

Wiktionary Translations for gouvernement:

gouvernement
noun
  1. action, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.