Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. gevel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gevel from Dutch to French

gevel:

gevel [de ~ (m)] noun

  1. de gevel (pui; voorgevel; façade; front; voorkant)
    la façade; la devanture; le pignon
  2. de gevel (voorgevel; pui; voorzijde)
    la façade; la devanture; le devant; le front
  3. de gevel (voormuur)
    la façade

Translation Matrix for gevel:

NounRelated TranslationsOther Translations
devant gevel; pui; voorgevel; voorzijde frontaanzicht
devanture façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant; voorzijde dekmantel; etalage; etalageruit; façade; masker; schijn; uitstalkast; uitstalraam; voorkomen; winkelpui; winkelraam; winkelruit
façade façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant; voormuur; voorzijde aangezicht; dekmantel; façade; front; gevelwand; masker; schijn; uiterlijke schijn; vooreind; vooreinde; voorkant; voorkomen; voorste gedeelte; voorzijde
front gevel; pui; voorgevel; voorzijde aangezicht; front; front van slecht weer; frontaanzicht; gevelbreedte; vooreind; vooreinde; voorhoofd; voorkant; voorste gedeelte; voorzijde
pignon façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant dakgevel; dekmantel; façade; kamwiel; kettingrad; kettingwiel; kroonrad; masker; schijn; topgevel; voorkomen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
devant daarvoor; ervoor; leidend; voor; vooraan; voorin; voorop

Related Words for "gevel":

  • gevels, geveltje, geveltjes

Wiktionary Translations for gevel:

gevel
noun
  1. buitenmuur van een gebouw
gevel
noun
  1. (architecture) Un des côtés d’un bâtiment, d’un édifice, lorsqu’il se présente au spectateur.
  2. À trier
  3. (architecture) partie supérieure d’un mur qui se terminer en pointe et dont le sommet porte le bout du faîtage d’un comble à deux pentes.

Cross Translation:
FromToVia
gevel façade façade — face of a building

Related Translations for gevel