Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verzonnen:
  2. verzinnen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verzonnen from Dutch to French

verzonnen:


verzinnen:

verzinnen verb (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)

  1. verzinnen (bedenken; uitdenken; verdichten; fantaseren; voorwenden)
    imaginer; tramer; fabuler
    • imaginer verb (imagine, imagines, imaginons, imaginez, )
    • tramer verb (trame, trames, tramons, tramez, )
    • fabuler verb (fabule, fabules, fabulons, fabulez, )
  2. verzinnen (plan beramen; bedenken; beramen; zinnen)
    concevoir un plan; préparer; planifier; projeter; tramer
    • préparer verb (prépare, prépares, préparons, préparez, )
    • planifier verb (planifie, planifies, planifions, planifiez, )
    • projeter verb (projette, projettes, projetons, projetez, )
    • tramer verb (trame, trames, tramons, tramez, )

Conjugations for verzinnen:

o.t.t.
  1. verzin
  2. verzint
  3. verzint
  4. verzinnen
  5. verzinnen
  6. verzinnen
o.v.t.
  1. verzon
  2. verzon
  3. verzon
  4. verzonnen
  5. verzonnen
  6. verzonnen
v.t.t.
  1. heb verzonnen
  2. hebt verzonnen
  3. heeft verzonnen
  4. hebben verzonnen
  5. hebben verzonnen
  6. hebben verzonnen
v.v.t.
  1. had verzonnen
  2. had verzonnen
  3. had verzonnen
  4. hadden verzonnen
  5. hadden verzonnen
  6. hadden verzonnen
o.t.t.t.
  1. zal verzinnen
  2. zult verzinnen
  3. zal verzinnen
  4. zullen verzinnen
  5. zullen verzinnen
  6. zullen verzinnen
o.v.t.t.
  1. zou verzinnen
  2. zou verzinnen
  3. zou verzinnen
  4. zouden verzinnen
  5. zouden verzinnen
  6. zouden verzinnen
diversen
  1. verzin!
  2. verzint!
  3. verzonnen
  4. verzinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verzinnen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
concevoir un plan bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen
fabuler bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden jokken; liegen
imaginer bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden beramen; plannen; ramen; schatten; taxeren; uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen
planifier bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen beramen; plannen; ramen; schatten; taxeren
projeter bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen afdraaien; plannen; projecteren; van plan zijn; voorhebben
préparer bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen alvast neerzetten; bereiden; brouwen; gereed maken; gereedmaken; iets toebereiden; klaar leggen; klaarleggen; klaarmaken; klaarzetten; prepareren; toebereiden; uitspreiden; voorbereiden; voorbereiding treffen; voorbereidingen treffen; voorbewerken; voorwerken
tramer bedenken; beramen; fantaseren; plan beramen; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden; zinnen beramen; plannen; ramen; rasteren; schatten; taxeren
- bedenken

Synonyms for "verzinnen":


Related Definitions for "verzinnen":

  1. iets in je hoofd halen1
    • hij verzint altijd prachtige plannen1

Wiktionary Translations for verzinnen:

verzinnen
verb
  1. Inventer un mot, une expression

Cross Translation:
FromToVia
verzinnen inventer; forger coin — to make up or invent, and establish
verzinnen imaginer erdenken — (transitiv) etwas ausdenken, sich etwas Neues einfallen lassen

External Machine Translations: