Noun | Related Translations | Other Translations |
attitude
|
houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
|
bewering; gedrag; gedragswijze; handelwijze; houding; instelling; manier; mentaliteit; optreden; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
boutique de foire
|
kraam; stalletje; stand
|
|
classe
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
aard; cursus; deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; genre; instructie; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; lering; les; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderverdeling; onderwijs; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; slag; soort; type; vaklokaal; voornaamheid; welgemanierdheid
|
classe sociale
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
maatschappelijke klasse
|
couche
|
laag; niveau; peil; plan; stand
|
bedding; broeibak; eerste laag verf; filmpje; grondlaag; grondverf; huidje; kweekbed; laag; laagje; ligbed; luier; omhulling; rivierbedding; schaal; schelp; schilletje; sponde; velletje
|
degré
|
laag; niveau; peil; plan; stand
|
fase; graad; gradatie; hiërarchie; mate; niveau; ontwikkelingsstadium; peil; rang; rangorde; stadium; volgorde
|
gradation
|
laag; niveau; peil; plan; stand
|
graad; gradatie; hiërarchie; mate; niveau; peil; rang; rangorde; volgorde
|
groupe social
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
sociale groep
|
mesure
|
laag; niveau; peil; plan; stand
|
Metrics; afmeten; afmeting; dimensie; duimstok; formaat; graad; gradatie; grootte; maat; maateenheid; maatregel; maatstaf; maatstok; mate; omvang; schikking; toetssteen; voorziening
|
niveau
|
laag; niveau; peil; plan; stand
|
dimensieniveau; echelon; etage; fase; geleding; graad; gradatie; hiërarchie; klasse; laag; mate; niveau; ontwikkelingsstadium; peil; pijlhoogte; rang; rangorde; stadium; verdieping; volgorde; waterpas; woonlaag
|
norme
|
laag; niveau; peil; plan; stand
|
maatstaf; norm; standaard; toetssteen
|
ordre
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
aaneenschakeling; aanwijzing; arrangement; betamelijkheid; bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; fatsoen; fatsoenlijkheid; gebod; gelid; graad; hiërarchie; indeling; instructie; keurigheid; netheid; niveau; onberispelijkheid; opbouw; opdracht; opeenvolging; opgeruimdheid; opstelling; orde; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; peil; properheid; rang; rangorde; rangschikking; regelmaat; samenstelling; schikking; smetteloosheid; specialisatie; specialisme; structuur; systeem; taak; vakgebied; volgorde; voorschrift; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
|
plan
|
laag; niveau; peil; plan; stand
|
grondplan; kaart; landkaart; overzicht; plan; plattegrond; project; situatieschets; situatietekening; stadskaart; toewijzing; vlak
|
posture
|
houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
|
figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; vorm
|
rang
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
gelid; graad; gradatie; hiërarchie; mate; niveau; peil; rang; rangorde; rij; rij manschappen; rijtje; volgorde; wetenschappelijke graad
|
sorte
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
aard; genre; klasse; onderverdeling; slag; soort; type
|
stand
|
kraam; stalletje; stand; stand op jaarbeurs
|
kraampje; standoord
|
tenue
|
houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
|
betamelijkheid; etiquette; fatsoen; fatsoenlijkheid; fatsoensnormen; gewaad; keurigheid; kledij; kleding; kleren; kostuum; maatpak; netheid; onberispelijkheid; ordelijkheid; pak; plunje; tenue; uitdossing; uniform; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
|
étal
|
kraam; stalletje; stand
|
kraampje; marktkraam
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
couche
|
|
laag
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
classe
|
|
eersteklas; klasse
|