Dutch

Detailed Translations for verdonkeremanen from Dutch to Spanish

verdonkeremanen:

Conjugations for verdonkeremanen:

o.t.t.
  1. verdonkeremaan
  2. verdonkeremaant
  3. verdonkeremaant
  4. verdonkeremanen
  5. verdonkeremanen
  6. verdonkeremanen
o.v.t.
  1. verdonkeremaande
  2. verdonkeremaande
  3. verdonkeremaande
  4. verdonkeremaanden
  5. verdonkeremaanden
  6. verdonkeremaanden
v.t.t.
  1. heb verdonkeremaand
  2. hebt verdonkeremaand
  3. heeft verdonkeremaand
  4. hebben verdonkeremaand
  5. hebben verdonkeremaand
  6. hebben verdonkeremaand
v.v.t.
  1. had verdonkeremaand
  2. had verdonkeremaand
  3. had verdonkeremaand
  4. hadden verdonkeremaand
  5. hadden verdonkeremaand
  6. hadden verdonkeremaand
o.t.t.t.
  1. zal verdonkeremanen
  2. zult verdonkeremanen
  3. zal verdonkeremanen
  4. zullen verdonkeremanen
  5. zullen verdonkeremanen
  6. zullen verdonkeremanen
o.v.t.t.
  1. zou verdonkeremanen
  2. zou verdonkeremanen
  3. zou verdonkeremanen
  4. zouden verdonkeremanen
  5. zouden verdonkeremanen
  6. zouden verdonkeremanen
diversen
  1. verdonkeremaan!
  2. verdonkeremaant!
  3. verdonkeremaand
  4. verdonkeremanend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verdonkeremanen:

NounRelated TranslationsOther Translations
birlar afsnoepen; bietsen; inpikken
coger aangrijpen; aanklampen; aanpakken; aanvatten; beetnemen; beetpakken; begrijpen; greep; snappen; vastpakken; vatten
evitar afdraaien; afwenden; afzwenken; wegdraaien
mangar bietsen; inpikken
robar stelen
VerbRelated TranslationsOther Translations
arrebatar achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; vervreemden; wegkapen; wegpikken aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; doordrijven; geweld gebruiken; gispen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; ontworstelen; ontwringen; verhuizen; verkassen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; zich door te worstelen bevrijden
birlar achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; vervreemden; wegkapen; wegpikken afpakken; aftroggelen; bietsen; gappen; graaien; grijpen; grissen; inpikken; jatten; ontfutselen; pikken; snaaien; wegkapen
coger achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken aanklampen; aanpakken; aanvatten; absorberen; afbedelen; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; bemachtigen; betrappen; binden; binnen halen; boeien; grijpen; halen; iets onverwachts doen; ketenen; klauwen; kluisteren; nemen; nuttigen; obsederen; onverlangd krijgen; oogsten; opdoen; oplopen; opnemen; opslorpen; opslurpen; opvangen; pakken; plukken; snappen; te pakken krijgen; tepakkenkrijgen; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verrassen; verschalken; verstrikken; verzamelen; wat neervalt opvangen
defraudar achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken afzetten; bedonderen; bedriegen; bedrogen worden; beduvelen; belazeren; beschamen; besodemieteren; bezwendelen; flessen; misleiden; neppen; oplichten; teleurstellen; vertrouwen schenden; zwendelen
desfalcar achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
disentir achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan; uitwijken voor iets; vermijden
disimular achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken achterhouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; ontveinzen; verbergen; verbloemen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen
divergir achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan; uitwijken voor iets; vermijden
escapar achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; floepen; glippen; in ontvangst nemen; krijgen; loskomen; mijden; ontglippen; ontkomen; ontlopen; ontschieten; ontslagen worden; ontsnappen; ontsnappen aan; ontvallen; ontvangen; ontvluchten; ontwijken; op vrije voeten gesteld worden; opstrijken; per ongeluk zeggen; uit de weg gaan; uitwijken; uitwijken voor iets; vermijden; verspreken; vluchten; vrijkomen; wegglippen; wegkomen; weglopen; wegrennen; wegvluchten; zich bevrijden; zich vrijmaken
evitar achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken afhouden; een bezwaar ondervangen; in ontvangst nemen; krijgen; mijden; omzeilen; ondervangen; ontduiken; ontlopen; ontvangen; ontwijken; opstrijken; uit de weg gaan; uitwijken voor iets; vermijden; voorkomen; weren
guardarse de achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
huntar achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
hurtar achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; vervreemden; wegkapen; wegpikken afbedelen
hurtqr achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
llevarse con el pico achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; vervreemden; wegkapen; wegpikken
mangar achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken afbedelen; afpakken; aftroggelen; bietsen; gappen; graaien; grijpen; grissen; inpikken; jatten; onteigenen; ontfutselen; pikken; snaaien; stelen; weggraaien; wegkapen; wegpikken
mangar a achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
robar achterhouden; achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken achteruitgaan; afbedelen; afnemen; afpakken; aftroggelen; beroven; beroven van; bestelen; bietsen; declineren; depriveren; gappen; grissen; inpikken; ladelichten; leegplunderen; minder worden; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; pikken; plunderen; roven; te kort doen; uitplunderen