Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verderreiken:


Dutch

Detailed Translations for verderreiken from Dutch to Spanish

verderreiken:

verderreiken verb (reik verder, reikt verder, reikte verder, reikten verder, verder gereikt)

  1. verderreiken

Conjugations for verderreiken:

o.t.t.
  1. reik verder
  2. reikt verder
  3. reikt verder
  4. reiken verder
  5. reiken verder
  6. reiken verder
o.v.t.
  1. reikte verder
  2. reikte verder
  3. reikte verder
  4. reikten verder
  5. reikten verder
  6. reikten verder
v.t.t.
  1. heb verder gereikt
  2. hebt verder gereikt
  3. heeft verder gereikt
  4. hebben verder gereikt
  5. hebben verder gereikt
  6. hebben verder gereikt
v.v.t.
  1. had verder gereikt
  2. had verder gereikt
  3. had verder gereikt
  4. hadden verder gereikt
  5. hadden verder gereikt
  6. hadden verder gereikt
o.t.t.t.
  1. zal verderreiken
  2. zult verderreiken
  3. zal verderreiken
  4. zullen verderreiken
  5. zullen verderreiken
  6. zullen verderreiken
o.v.t.t.
  1. zou verderreiken
  2. zou verderreiken
  3. zou verderreiken
  4. zouden verderreiken
  5. zouden verderreiken
  6. zouden verderreiken
diversen
  1. reik verder!
  2. reikt verder!
  3. verder gereikt
  4. verderreikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verderreiken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
alcanzar más allá verderreiken
dominar verderreiken bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; bijsluiten; bijvoegen; de overhand hebben; domineren; gezaghebben; heerschappij voeren; heersen; heersen over; insluiten; intomen; leerstof beheersen; macht uitoefenen; machtiger zijn; matigen; omvatten; onder de knie hebben; onderwerpen; overheersen; regeren; temmen; toevoegen
elevarse sobre verderreiken uitrijzen; uittorenen