Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. nietig verklaren:


Dutch

Detailed Translations for nietig verklaren from Dutch to Spanish

nietig verklaren:

nietig verklaren verb (verklaar nietig, verklaart nietig, verklaarde nietig, verklaarden nietig, nietig verklaard)

  1. nietig verklaren (annuleren; afzeggen; afbestellen; intrekken; afgelasten)

Conjugations for nietig verklaren:

o.t.t.
  1. verklaar nietig
  2. verklaart nietig
  3. verklaart nietig
  4. verklaren nietig
  5. verklaren nietig
  6. verklaren nietig
o.v.t.
  1. verklaarde nietig
  2. verklaarde nietig
  3. verklaarde nietig
  4. verklaarden nietig
  5. verklaarden nietig
  6. verklaarden nietig
v.t.t.
  1. heb nietig verklaard
  2. hebt nietig verklaard
  3. heeft nietig verklaard
  4. hebben nietig verklaard
  5. hebben nietig verklaard
  6. hebben nietig verklaard
v.v.t.
  1. had nietig verklaard
  2. had nietig verklaard
  3. had nietig verklaard
  4. hadden nietig verklaard
  5. hadden nietig verklaard
  6. hadden nietig verklaard
o.t.t.t.
  1. zal nietig verklaren
  2. zult nietig verklaren
  3. zal nietig verklaren
  4. zullen nietig verklaren
  5. zullen nietig verklaren
  6. zullen nietig verklaren
o.v.t.t.
  1. zou nietig verklaren
  2. zou nietig verklaren
  3. zou nietig verklaren
  4. zouden nietig verklaren
  5. zouden nietig verklaren
  6. zouden nietig verklaren
en verder
  1. is nietig verklaard
  2. zijn nietig verklaard
diversen
  1. verklaar nietig!
  2. verklaart nietig!
  3. nietig verklaard
  4. nietig verklarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nietig verklaren:

NounRelated TranslationsOther Translations
anular herroepen; intrekken; opheffen; terugnemen
deshacer lostornen; ongedaan maken
revocar herroepen; intrekken; opheffen; terugnemen
VerbRelated TranslationsOther Translations
anular afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren afblazen; afbreken; afgelasten; afspraak afzeggen; afwijzen; afzeggen; delgen; doorhalen; herroepen; intrekken; nullificeren; ondervangen; ongeldig maken; opheffen; schrappen; te niet doen; teniet doen; tenietdoen; terugdraaien; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; terugschroeven; verijdelen; vernietigen; weigeren
cancelar afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren afblazen; afgelasten; afzeggen; annuleren; delgen; doorhalen; nullificeren; ondervangen; opheffen; schrappen; te niet doen; teniet doen; tenietdoen; terugdraaien; verijdelen; vernietigen
declarar nulo afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren
desdar afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren te niet doen
deshacer afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren aantasten; aanvreten; afkoppelen; bederven; beschadigen; kraken; losbreken; loshaken; loshalen; loskoppelen; loskrijgen; losmaken; lostornen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; openbreken; scheiden; splitsen; te niet doen; tornen; uit elkaar halen; uiteengaan; uiteenhalen; uithalen; uitpluizen; uitrafelen; uitsplitsen; uittrekken; uitvezelen; uitzoeken
escamar afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren afschrijven; te niet doen
revertir afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren overspoelen; te niet doen; terugdraaien; terugkeren
revocar afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren herroepen; intrekken; terugkomen op; terugnemen; terugroepen
tachar afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren doorstrepen; iemand schrappen; royeren; te niet doen
- nietig maken; ontkrachten; tenietdoen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
anular circulaire; ringvormig

Related Translations for nietig verklaren