Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gered:
  2. redden:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gered from Dutch to Spanish

gered:

gered adj

  1. gered (bevrijd; verlost)

Translation Matrix for gered:

NounRelated TranslationsOther Translations
liberado losgelatene; vrijgelatene
ModifierRelated TranslationsOther Translations
liberado bevrijd; gered; verlost vrijgegeven; vrijgesteld
redimido bevrijd; gered; verlost vrijgegeven
salvado bevrijd; gered; verlost

redden:

redden verb (red, redt, redde, redden, gered)

  1. redden
    salvar

Conjugations for redden:

o.t.t.
  1. red
  2. redt
  3. redt
  4. redden
  5. redden
  6. redden
o.v.t.
  1. redde
  2. redde
  3. redde
  4. redden
  5. redden
  6. redden
v.t.t.
  1. heb gered
  2. hebt gered
  3. heeft gered
  4. hebben gered
  5. hebben gered
  6. hebben gered
v.v.t.
  1. had gered
  2. had gered
  3. had gered
  4. hadden gered
  5. hadden gered
  6. hadden gered
o.t.t.t.
  1. zal redden
  2. zult redden
  3. zal redden
  4. zullen redden
  5. zullen redden
  6. zullen redden
o.v.t.t.
  1. zou redden
  2. zou redden
  3. zou redden
  4. zouden redden
  5. zouden redden
  6. zouden redden
en verder
  1. ben gered
  2. bent gered
  3. is gered
  4. zijn gered
  5. zijn gered
  6. zijn gered
diversen
  1. red!
  2. redt!
  3. gered
  4. reddend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for redden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
salvar redden bergen; bewaren; deponeren; in veiligheid brengen; opslaan; overbruggen

Related Definitions for "redden":

  1. het voor elkaar krijgen, erin slagen1
    • je hoeft niet te helpen, ik red het wel alleen1
  2. uit gevaar of moeilijkheden halen1
    • de man heeft het kind uit het water gered1

Wiktionary Translations for redden:

redden
verb
  1. actie ondernemen om iets of iemand uit de moeilijkheden te halen

Cross Translation:
FromToVia
redden rescatar rescue — to save from any danger or violence
redden salvar; rescatar save — to help someone to survive
redden salvar sauvergarantir, préserver, tirer du péril, mettre en sûreté.