Dutch

Detailed Translations for ambitie from Dutch to Spanish

ambitie:

ambitie [de ~ (v)] noun

  1. de ambitie (eerzucht)
    la ambición; el esfuerzo; el afán; la aspiración; la devoción; el afán de imponerse
  2. de ambitie (streven; aspiratie)
    la aspiraciones
  3. de ambitie (beogen; streven; pogen; )
    el ambicionar; el pretender; el aspirar a; el empeñarse en; el apuntar a; el dar forraje

Translation Matrix for ambitie:

NounRelated TranslationsOther Translations
afán ambitie; eerzucht aandrang; aandrift; begeerte; begeren; begerige ijver; drang; drift; gauwigheid; gehaastheid; geploeter; gezwindheid; gezwoeg; graagte; gretigheid; haast; haastigheid; heftig verlangen; hevig verlangen; ijl; impuls; instinct; lust; neiging; noeste vlijt; overijling; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; smachten; snelheid; spoed; tempo; vaart; verlangen; vlotheid; vlugheid; wens; wensen; zucht
afán de imponerse ambitie; eerzucht
ambicionar aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
ambición ambitie; eerzucht aandrang; drang; heerszucht; heerszuchtigheid; overheersingsdwang
apuntar a aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten mikken op
aspiraciones ambitie; aspiratie; streven zuigingen
aspiración ambitie; eerzucht aandrang; drang
aspirar a aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten mikken op
dar forraje aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
devoción ambitie; eerzucht devotie; gelovigheid; genegenheid; godsdienstigheid; godsvrucht; godvrezendheid; godvruchtigheid; godzaligheid; ijver; inzet; kerksgezindheid; kerksheid; overgave; toegewijdheid; toewijding; trouw; vroomheid; zorgzaamheid
empeñarse en aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
esfuerzo ambitie; eerzucht fysieke inspanning; inspanning; krachtsinspanning; krachtsinspanningen; poging; probeersel
pretender aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
VerbRelated TranslationsOther Translations
ambicionar ambiëren; begeren; doelen; ijveren; streven; verlangen
apuntar a doelen
aspirar a ambiëren; doelen; ijlen; ijveren; jachten; jagen; jakkeren; mikken op; najagen; nastreven; opschieten; reppen; snellen; spoeden; stressen; streven; streven naar; trachten te verkrijgen; vervolgen; vliegen; zich haasten; zich spoeden
empeñarse en doelen; ijveren; mikken op; streven; streven naar
pretender aanmatigen; ambiëren; bedoelen; beweren; ergens iets mee willen zeggen; fingeren; huichelen; menen; pretenderen; simuleren; stellen; van mening zijn; veinzen; verklaren; voorgeven; voorwenden; zich verbeelden

Related Words for "ambitie":

  • ambities

Wiktionary Translations for ambitie:


Cross Translation:
FromToVia
ambitie ambición Ehrgeiz — starkes Streben nach Erfolg
ambitie ambición ambitionrecherche d’honneurs, de gloire, d’élévation sociale, de distinction.
ambitie fervor ferveurardeur, zèle, sentiment vif et affectueux avec lequel on se porter aux choses de piété, de charité, etc.
ambitie celo; cuidado; fervor zèlevif ardeur pour appliquer les consignes et les règlements à la lettre, ou plus généralement pour le maintien ou le succès de quelque chose pousser à l’extrême le travail sans prendre la moindre initiative pour l’alléger en l’[[interpr