Noun | Related Translations | Other Translations |
bastante
|
|
aardig wat
|
exaltado
|
|
fanaat; fanaticus; fanatiekeling
|
mayor
|
|
majoor; nestor; oudste; oudste van een groep personen; senior
|
notable
|
|
notabel; notabele
|
saliente
|
|
aftekenen; rand; richel; uitsteeksel
|
soberano
|
|
alleenheerser; autoriteiten; gezag; gezaghebbers; gouverneur; heer; heerschap; heerser; jonker; jonkheer; koning; landjonker; landvoogd; machthebber; monarch; overheerser; overweldiger; regent; rijksbestuurder; soeverein; stadhouder; sujet; vent; vorst
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
real
|
aanzienlijk; royaal; vorstelijk
|
aristocratisch; daadwerkelijk; deftig; echte; eerlijk; eigenlijk; feitelijk; fideel; gedistingeerd; imperiaal; in feite; in werkelijkheid; keizerlijk; koninklijk; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; trouwhartig; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk; werkelijk; werkelijke
|
-
|
belangrijk
|
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
real
|
|
real
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
aristocrático
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; royaal; verheven; voornaam; vorstelijk
|
aristocratisch; chic; deftig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; gedistingeerd; hoogverheven; koninklijk; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; verfijnd; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk; waardig
|
asombroso
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
|
curieus; fenomenaal; groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; merkwaardig; miraculeus; ongelofelijk; ontzaggelijk; ontzagwekkend; opzienbarend; overdonderend; overweldigend; toepasselijk; treffend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; vreemd; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
|
bastante
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
|
basta; behoorlijk; behoorlijke; bevredigend; danig; duchtig; enigermate; enigszins; flink; genoeg; genoegzaam; iets; ietwat; menig; nogal; nogal wat; redelijk; redelijke; stoer; sufficiënt; tamelijk; tamelijk veel; tamelijke; toereikend; voldoende; vrij veel; vrij wat
|
beato
|
aanzienlijk; royaal; vorstelijk
|
|
considerable
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; substantieel
|
behoorlijk; beslist; besluitvaardig; betrekkelijk; danig; duchtig; ferm; fiks; flink; gedecideerd; kordaat; noemenswaardige; nogal; nogal wat; redelijk; relatief; resoluut; stevig; tamelijk; tamelijk veel; vastberaden; vrij veel; vrij wat
|
considerablemente
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; substantieel
|
beslist; besluitvaardig; betrekkelijk; ferm; fiks; flink; gedecideerd; kordaat; relatief; resoluut; stevig; vastberaden
|
de categoría
|
aanzienlijk; royaal; vorstelijk
|
deftig; gedistingeerd; vooraanstaand; voornaam
|
de manera sensible
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
|
|
de postín
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; royaal; verheven; voornaam; vorstelijk
|
chic; deftig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; hoogverheven; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; verfijnd; waardig
|
destacado
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; royaal; verheven; voornaam; vorstelijk
|
befaamd; beter dan de rest; betoverend; chic; deftig; dominant; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; frappant; geacht; gedistingeerd; geprononceerd; geraffineerd; gezaghebbend; hooggeplaatst; hooggezeten; hoogverheven; in het oog lopend; in het oog springend; intelligent; leidend; luisterrijk; maatgevend; magnifiek; markant; modieuze verfijning; noemenswaardig; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; pienter; plechtig; plechtstatig; prachtig; prominent; saillant; schitterend; schrander; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; toonaangevend; treffend; uitblinkend; uitgesproken; verfijnd; vermeldenswaard; vermeldenswaardig; vooraan; vooraanstaand; vooraanstaande; voorin; voornaam; voorop; waardig; zeer plechtig
|
digno
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|
deftig; deugdzaam; eerbaar; eerbiedwaardig; eerzaam; fatsoenlijk; hoogverheven; keurig; kies; menswaardig; netjes; ordentelijk; plechtig; plechtstatig; respectabel; statig; volwaardig; waardig; zedig; zeer plechtig
|
distinguido
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; fier; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; royaal; statig; trots; verheven; voornaam; vorstelijk
|
befaamd; chic; deftig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; geacht; gedistingeerd; geraffineerd; hooggeacht; hooggeplaatst; hooggezeten; hooggeëerd; hoogverheven; modieuze verfijning; plechtig; plechtstatig; prominent; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; verfijnd; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; waardig; zeer plechtig
|
elegante
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; royaal; verheven; voornaam; vorstelijk
|
bevallig; chic; deftig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; gedistingeerd; geraffineerd; gracieus; hoogverheven; lief; modieuze verfijning; plechtig; plechtstatig; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; verfijnd; vooraanstaand; voornaam; waardig; zeer plechtig
|
elevado
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|
deftig; edel; eerbiedwaardig; hoogstaand; hoogverheven; statig; verheven; waardig
|
en proporciones considerables
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
|
|
enorme
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
|
angstwekkend; buiten proportie; enorm; enorm groot; enorme; fantastisch; formidabel; geducht; geweldig; gigantisch; groot; groots; grootschalig; heel erg; heel groot; immens; in hoge mate; in zeer hoge mate; kolossaal; onmetelijk; onnoembaar; onoverzienbaar; ontiegelijk; ontzaglijk; ontzettend groot; prachtig; reusachtig; reuze; schromelijk; vervaarlijk; vreeswekkend; week; weids; zeer groot; zwak
|
enormemente
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
|
buiten proportie; enorm; groot; groots; grootschalig; heel erg; in zeer hoge mate; ontiegelijk; reuze; schromelijk; week; zielsveel; zwak
|
espléndido
|
aanzienlijk; royaal; vorstelijk
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; aimabel; attractief; beeldschoon; bekoorlijk; betoverend; bevallig; charmant; clement; fantastisch; fraai; gaaf; genereus; geweldig; glansrijk; glorierijk; goddelijk; goed ogend; goedgeefs; goedhartig; grandioos; groots; gul; heerlijk; hemels; knap; kostelijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mak; mieters; mild; mooi; oogverblindend; paradijselijk; prachtig; riant; royaal; ruimhartig; scheutig; schitterend; tof; uitnemend; uitstekend; verblindend; verrukkelijk; voortreffelijk; vrijgevig; welgevallig; welwillend; wonderschoon; zacht; zachtaardig; zalig
|
exaltado
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|
aan stress lijdend; deftig; dweepziek; dweperig; eerbiedwaardig; gestresst; hooggespannen; hooggestemd; hoogverheven; overspannen; overwerkt; plechtig; plechtstatig; statig; waardig; zeer plechtig
|
excelente
|
aanzienlijk; royaal; vorstelijk
|
aanlokkelijk; best; betoverend; briljant; eersteklas; eersterangs; excellent; fantastisch; fenomenaal; formidabel; geducht; geweldig; goddelijk; grandioos; groots; heerlijk; hemels; in hoge mate; kiplekker; klasse; kostelijk; lekker; luisterrijk; magnifiek; mieters; opperbest; paradijselijk; prachtig; prima; puik; schitterend; smakelijk; subliem; superbe; te goed; top; tot de beste klasse behorend; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstek; uitstekend; verlokkend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
|
formal
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|
ambtelijk; deftig; eerbiedwaardig; formeel; officieel; statig; vormelijk; waardig
|
gran
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
|
breed; enorm; fors; groot; groots; grootschalig; heel erg; in zeer hoge mate; reuze; uit de kluiten gewassen
|
grande
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
|
breed; edelmoedig; enorm; fantastisch; fier; flink; fors; genereus; geweldig; gigantisch; glorieus; grandioos; groot; groots; grootschalig; gul; heel erg; immens; imponerend; imposant; in zeer hoge mate; indrukwekkend; kolossaal; magnifiek; massief; mild; ontzagwekkend; potig; prat; reusachtig; reuze; robuust; royaal; ruimhartig; schitterend; struis; trots; uit de kluiten gewassen; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk; vrijgevig; weids; zeer groot; zwaar; zwaargebouwd
|
ilustre
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|
doorluchtige; geacht; gerespecteerd; gewaardeerd; geëerd; geëerde
|
imponente
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; deftig; enorm; fier; flink; fors; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
|
edelmoedig; fantastisch; gedenkwaardig; genereus; geweldig; grandioos; groots; gul; heugelijk; imponerend; imposant; indrukwekkend; magnifiek; memorabel; mild; ontzaggelijk; ontzagwekkend; overdonderend; overweldigend; royaal; ruimhartig; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk; vrijgevig
|
importante
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; adelijk; beduidend; behoorlijk; beroemd; doorluchtig; enorm; flink; fors; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; royaal; substantieel; verheven; voornaam; vorstelijk
|
befaamd; belangrijk; belangrijke; corpulent; cruciaal; deftig; dik; eerbiedwaardig; elementair; essentieel; geacht; gedistingeerd; gezet; hooggeplaatst; hooggezeten; hoogverheven; important; lijvig; noodzakelijk; prominent; statig; van belang; vereist; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; waardig; zwaarlijvig
|
inmenso
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
|
enorm; gigantisch; groot; groots; grootschalig; heel erg; heel groot; immens; in zeer hoge mate; kolossaal; onafzienbaar; onmeetbaar; onmetelijk; onoverzienbaar; ontzaglijk; reusachtig; reuze; weids; zeer groot
|
levantado
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|
deftig; eerbiedwaardig; hoogverheven; kaarsrecht; lijnrecht; loodrecht; opgenomen; opgevat; opgezet dier; opstuivend; opstuivend zand; overeind; recht; rechtop; rechtopstaand; staand; statig; toegelaten; waardig
|
llamativamente
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
|
|
majestuoso
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; fier; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; verheven; voornaam; vorstelijk
|
deftig; eerbiedwaardig; groots; hoogverheven; imponerend; imposant; indrukwekkend; ontzaggelijk; ontzagwekkend; overdonderend; overweldigend; plechtig; plechtstatig; statig; waardig; zeer plechtig
|
mayor
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
|
breed; enorm; fors; groot; grootste; groter; grotere; heel erg; hoger; hogere; in zeer hoge mate; ouder; oudere; reuze; uit de kluiten gewassen
|
muy elevado
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|
deftig; eerbiedwaardig; hoogverheven; statig; waardig
|
muy hermoso
|
aanzienlijk; royaal; vorstelijk
|
|
muy superior
|
aanzienlijk
|
|