Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. razernij:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for razernij from Dutch to Spanish

razernij:

razernij [de ~ (v)] noun

  1. de razernij (furie; dolheid)
    la furia; la rabia; la tontería; el disparate
  2. de razernij (woede; toorn; giftigheid; kwaadheid)
    la rabia; la ira; el enfado; el enojo; la cólera; la furia

Translation Matrix for razernij:

NounRelated TranslationsOther Translations
cólera giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede boosheid; cholera; gramschap; verbolgenheid
disparate dolheid; furie; razernij achterlijkheid; blunder; flater; geestesziekte; gekkenwerk; idioterie; krankzinnigheid; waanzin
enfado giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede boosheid; giftigheid; gramschap; venijn; venijnigheid; verbolgenheid; virulentie
enojo giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede boosheid; gegriefdheid; gramschap; verbolgenheid; verstoordheid; wrevel
furia dolheid; furie; giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede boosheid; gramschap; grimmigheid; verbolgenheid
ira giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede gramschap; grimmigheid
rabia dolheid; furie; giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede boosheid; driftigheid; dwaasheid; gekheid; gekkigheid; gekte; gramschap; grimmigheid; heftigheid; hondsdolheid; idioterie; rabiës; verbolgenheid; waanzinnigheid; zotheid
tontería dolheid; furie; razernij achterlijkheid; bagatel; dingetje; flauwe grap; flauwiteit; futiliteit; geesteloosheid; geestesziekte; gekheid; idioterie; kleinigheid; klets; kletspraat; kolder; krankzinnigheid; malheid; malligheid; niemendalletje; onbelangrijk iets; onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid; peulenschil; quatsch; schaapachtigheid; waanzin; wambuis; wissewasje

Wiktionary Translations for razernij:


Cross Translation:
FromToVia
razernij manía; frenesí frenzy — state of wild activity or panic
razernij furor; rabia; furia fury — extreme anger
razernij indignación; rabia; cólera outrage — anger
razernij rabia rage — a violent anger
razernij furor fureurégarement d’esprit qui tenir de la rage et de la frénésie.