Dutch
Detailed Translations for meppen from Dutch to Spanish
meppen:
-
meppen (hard slaan; slaan; hengsten; timmeren)
Conjugations for meppen:
o.t.t.
- mep
- mept
- mept
- meppen
- meppen
- meppen
o.v.t.
- mepte
- mepte
- mepte
- mepten
- mepten
- mepten
v.t.t.
- heb gemept
- hebt gemept
- heeft gemept
- hebben gemept
- hebben gemept
- hebben gemept
v.v.t.
- had gemept
- had gemept
- had gemept
- hadden gemept
- hadden gemept
- hadden gemept
o.t.t.t.
- zal meppen
- zult meppen
- zal meppen
- zullen meppen
- zullen meppen
- zullen meppen
o.v.t.t.
- zou meppen
- zou meppen
- zou meppen
- zouden meppen
- zouden meppen
- zouden meppen
en verder
- ben gemept
- bent gemept
- is gemept
- zijn gemept
- zijn gemept
- zijn gemept
diversen
- mep!
- mept!
- gemept
- meppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for meppen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
golpear | bekloppen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
abofetear | hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren | |
golpear | hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren | aankloppen; aantikken; beroeren; beuken; bonken; bonzen; een klap geven; hameren; heien; iemand raken; iemand treffen; ineenslaan; inkloppen; klepperen; kletteren; kloppen; luiden; raken; rammelen; rammen; slaan; tegen elkaar slaan; tikken; treffen |
Related Words for "meppen":
Wiktionary Translations for meppen:
meppen
Cross Translation:
verb
-
hard slaan
- meppen → abofetear
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• meppen | → abofetear | ↔ slap — to give a slap |
• meppen | → acuñar; barajar; golpetear; pegar; sacudir; trillar | ↔ battre — frapper de coups répétés. |
• meppen | → golpear; pegar | ↔ frapper — A TRIER |
• meppen | → chocar; golpear; pegar; percutir; desagradar; escandalizar; sorprender; batir | ↔ heurter — entrer brusquement en contact. |