Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ontzetting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ontzetting from Dutch to English

ontzetting:

ontzetting [de ~ (v)] noun

  1. de ontzetting (geschoktheid)
    the dismay; the state of shock
  2. de ontzetting (bevrijding; verlossing; redding; vrijmaking)
    the liberation; the rescue; the release; the relief

Translation Matrix for ontzetting:

NounRelated TranslationsOther Translations
dismay geschoktheid; ontzetting consternatie; ontsteltenis; schrik; verbijstering; verslagenheid
liberation bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking amnestie; beschikbaarmaken; bevrijden; disponibel maken; kwijtschelding; loslaten; loslating; verlossing; vrijlating; zaligheid
release bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking amnestie; invrijheidstelling; kwijtschelding; loslating; losraken; uitlaat; uitlaatpijp; verlossing; versie; vlampijp; vrijlating; zaligheid
relief bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking aftrek; aftrekking; assistentie; bemoediging; bijstand; deductie; geruststelling; handreiking; herademing; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; kalmering; ondersteuning; ontzet; opluchting; opmontering; reliëf; sociale bijstand; uitkering; verlichting; vermindering; vertroosting; verzachting
rescue bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking ontzet; verlossing; zaligheid
state of shock geschoktheid; ontzetting
VerbRelated TranslationsOther Translations
release afhelpen; amnestie verlenen; bevrijden; bevrijden van; bevrijden van belegeraars; detacheren; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; lanceren; laten gaan; laten opstijgen; loskomen; loskrijgen; loslaten; losmaken; loswerken; ontheffen; ontslaan; ontsnappen; ontzetten; op de markt brengen; openen; openstellen; oplaten; scheiden; toegankelijk maken; uitgeven; uitsturen; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; verzenden; vrijgeven; vrijkomen; vrijlaten; wegsturen; wegzenden; zich bevrijden
rescue bevrijden van belegeraars; ontzetten; redden; verlossen

Related Words for "ontzetting":

  • ontzettingen

Wiktionary Translations for ontzetting:

ontzetting
noun
  1. forcible ending of a siege