Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bemoediging:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bemoediging from Dutch to English

bemoediging:

bemoediging [de ~ (v)] noun

  1. de bemoediging (stimulering)
    the encouragement; the consolation; the cheer
  2. de bemoediging (opmontering; vertroosting)
    the encouragement; the comfort; the consolation; the relief

Translation Matrix for bemoediging:

NounRelated TranslationsOther Translations
cheer bemoediging; stimulering applaudiseren; applaus; handgeklap; jubelkreet; klappen; open doekje; ovatie; toejuiching; vreugdegeschreeuw; vreugdekreet; vreugdeschreeuw
comfort bemoediging; opmontering; vertroosting behaaglijkheid; comfort; gerief; geriefelijkheid; gerieflijkheid; soelaas; troost; troosting; vertroosting
consolation bemoediging; opmontering; stimulering; vertroosting troost; troosting; vertroosting
encouragement bemoediging; opmontering; stimulering; vertroosting aanmoedigen; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanvuren; opwekking; steun; stimulans; stimuleren; toejuichen
relief bemoediging; opmontering; vertroosting aftrek; aftrekking; assistentie; bevrijding; bijstand; deductie; geruststelling; handreiking; herademing; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; kalmering; ondersteuning; ontzet; ontzetting; opluchting; redding; reliëf; sociale bijstand; uitkering; verlichting; verlossing; vermindering; verzachting; vrijmaking
VerbRelated TranslationsOther Translations
cheer bejubelen; blij maken; in verrukking brengen; plezieren; toejuichen; verblijden; verheugd; verrukken
comfort bemoedigen; blij maken; ondersteunen; opbeuren; opfleuren; opmonteren; troosten; verkwikken; vertroosten; vrolijker worden

Related Words for "bemoediging":


Wiktionary Translations for bemoediging:

bemoediging
noun
  1. that which serves to incite, support, promote or advance, as favor, countenance, reward etc.