Summary
Dutch to English: more detail...
- gemeenschap:
-
Wiktionary:
- gemeenschap → community, intercourse, union
- gemeenschap → town, commune, community, municipality
Dutch
Detailed Translations for gemeenschap from Dutch to English
gemeenschap:
Translation Matrix for gemeenschap:
Noun | Related Translations | Other Translations |
community | burgers; gemeenschap | commune; community; gemeenschappelijkheid; gemeente; leefeenheid; leefgemeenschap; maatschappij; overeenkomst; samenleving; wooneenheid; woongemeenschap; woongroep |
intercourse | gemeenschap; paring | geslachtsgemeenschap; omgaan met mensen; omgang; ommegang; verkeer |
mating | gemeenschap; paring |
Related Words for "gemeenschap":
Related Definitions for "gemeenschap":
Wiktionary Translations for gemeenschap:
gemeenschap
Cross Translation:
noun
gemeenschap
-
het met één of meer andere deel hebben aan iets
- gemeenschap → community
-
samenleving
- gemeenschap → community
-
geheel van personen of zaken die tot elkaar in een bepaald opzicht in een geregelde betrekking staan
- gemeenschap → community
-
geslachtsgemeenschap
- gemeenschap → intercourse
noun
-
(ecology) group of interdependent organisms
-
condition of having certain attitudes and interests in common
-
commune or residential/religious collective
-
group of people sharing a common understanding
-
sexual intercourse
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gemeenschap | → town; commune; community; municipality | ↔ commune — division du territoire français (ou d'autres pays, notamment francophones) administrer par un maire et un conseil municipal. |
External Machine Translations: